Hans Timmerman
Beëdigen is het bekrachtigen van een functie door de afname van een eed of belofte. Hiermee is de persoon zich nadrukkelijk bewust van een bijzondere positie in de samenleving. We kennen de eed voor volksvertegenwoordigers en bestuurders. Maar ook de beroepseed voor notarissen, accountants of artsen (Hippocrates). Een plechtige verklaring dat men iets zal doen (of laten) of (niet) gedaan heeft. Op deze wijze kunnen we als maatschappij bepaalde beroepen1) en functies waarborgen geven. Ook voor archivarissen geldt een beëdiging: als vertrouwenspersoon en auditor de echtheid van documenten en geschriften vaststellen. Digitale auditing staat voor het gebruik van ICT bij accountantscontrole. Zowel het auditen mét ICT als het auditen van die ICT zélf. ICT is nog steeds een hulpmiddel om de kwaliteit en snelheid van auditen te vergroten op basis van elektronisch ontsloten data. Door de groeiende vastlegging van digitale data is digitaal auditen feitelijk een ‘sine qua non’ geworden: de mens kan die hoeveelheid data niet meer overzien en handmatig controleren. De IT-audit wordt digitaal uitgevoerd: het beoordelen van én de automatisering van de organisatie én de organisatie van de automatisering.

