Photo: Hanke Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken. Beeld: ©RVD – Valerie Kuypers en Martijn Beekman

Wat mevrouw Bruins Slot wil, heeft niets met integriteit te maken maar alles met compliance, in casu gehoorzamen

11 mei 2023
Kennisbank

Lourens Posthumus

Hannah Arendt vond dat het beste antwoord op de vraag ‘wie ben je’, luidt: ‘Sta mij toe een verhaal te vertellen’. Het voorkomt dat het vooral gaat over wat je bent en dat je je hele cv declameert. In mijn defensietijd mocht ik samen met een collega procesbegeleider zijn bij een over een half jaar verspreide, twintig daagse leergang. Die werd steevast begonnen met een uitgebreide kennismaking: Wie ben jij? Mensen werden uitgenodigd hun levensverhaal te vertellen, met als ‘spoorboekje’ de belangrijke beslismomenten in het leven. Nu zou ik hen tevens uitnodigen om zo mogelijk hun levensbeschouwing, de rode draad in handelen en denken met ons te delen en toe te lichten. Al heel lang is dat een item wat mij, ook vanuit mijn professie zeer bezighoudt. Een intensivering dateert van 2016. Ik maakte nog deel uit van een denktank in wording en kreeg als zodanig van buiten die kring een uitnodiging om “(….) een stuk te schrijven over de concrete wijze waarop ethiek gestalte zal moeten krijgen in het basis, middelbaar en hoger onderwijs en de keuze qua didactische methode.”

Ik werd, daartoe aangezet door Martha Nussbaum en Hannah Arendt pleitbezorger van Bildung als een constructieve weg naar het ontwikkelen en formuleren van een levensbeschouwing. Het gaat bij hen in het onderwijs niet alleen om het verwerven van algemene kennis, maar ook om het ontwikkelen van vermogens tot moreel oordelen en kritisch denken. In de volgende jaren is mij steeds duidelijker geworden hoezeer ethiek en levensbeschouwing op elkaar zijn betrokken. “Ethiek maakt deel uit van onze levensbeschouwing, in die zin dat een levensbeschouwing meer is dan alleen ethiek, maar nooit zonder ethiek kan (Vink, 1999). Wat is Knabbel zonder Babbel?

Onlangs meldde minister Bruins Slot dat zij integriteitsregels gaat aanscherpen. Ik heb samen met anderen, beschreven waarover wij denken dat het gaat als het over integriteit gaat en hoezeer dat begrip verbonden is met levensbeschouwing. Dat leidt bij mij tot de conclusie dat datgene wat mevrouw Bruins Slot wil, niets met integriteit te maken heeft, maar alles met compliance, in casu gehoorzamen. Op het moment dat integer gedrag moet worden afgedwongen, is het vertoonde gedrag geen integer gedrag meer. Gedwongen liefde is geen liefde. Mevrouw Bruins Slot houdt zich bezig met het voorkomen van verwerpelijk gedrag. Integer gedrag vertoont iemand uit zichzelf, en is een uiting van haar/zijn levensbeschouwing. En een in dit geval overheidsorganisatie? Die heeft als equivalent een missie + visie. En de uitvoering daarvan dient in harmonie te zijn met die missie.

Andre Klukhuhn omschrijft in ‘De geschiedenis van het denken’ , de Verlichting als het grote modernistische rationeel wetenschappelijke verhaal dat tot ver in en misschien wel voorbij de twintigste eeuw zal voortduren (…). Voor die tijd was er de renaissance in Europa en heerste er een ander groot verhaal waaraan men denken en handelen kon ontlenen: dat van de christelijke godsdienst (…). Maar de belangstelling verschoof van de middeleeuwse hemel naar de aarde en van de middeleeuwse God naar de mensen. In West-Europa werd vertrouwen in God vervangen door de Rede, die gold als grondslag voor een levensbeschouwing.

Aanzet verzuiling

Reactie kwam er van de kant van het réveil, een internationale conservatieve beweging, begonnen rond 1810 in Genève die zich verzette tegen het ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’ van de Franse Revolutie. In Nederland zijn er de namen van Groen van Prinsterer, Bilderdijk, Beets en Heldring mee verbonden. Zij keerden zich af van het rationalisme van de verlichting. Nederland moest terugkeren naar de normen en waarden van het christendom. Het is niet nodig om er hier uitgebreider op in te gaan, maar het moet genoemd worden omdat het Réveil indirect aan het begin staat van de maatschappelijke profilering van orthodox protestanten, die de aanzet vormde voor de verzuiling (ca. 1880-1960). Een periode waarin mensen op zijn minst het idee hadden te weten hoe de wereld in elkaar zat en zo hun weg vonden.

Een toestand als deze wordt door de godsdienstsocioloog Meerten ter Borg geduid als ontologische geborgenheid. Het gevoel dat de wereld is zoals je denkt dat hij is, dat regels en normen nageleefd worden. Wanneer je in staat bent zaken zodanig in een kader te plaatsen, dat je er raad mee weet. Mensen willen dat de omgeving inzichtelijk en herkenbaar is. Dat levert een gevoel van existentiële veiligheid op. Dat is ontologische geborgenheid.

Het jaartal 1880 is arbitrair, en waarschijnlijk gekozen op grond van het optreden van Abraham Kuyper (1837-1920), de drijvende kracht achter de organisatie van de protestanten. Zijn naam is onlosmakelijk verbonden met ‘de soevereiniteit in eigen kring’. Ook wordt als tijdperk wel de periode 1917-1967 genoemd. Het jaar 1917 is het jaar waarin ingrijpende grondwetswijzigingen werden aangenomen inzake kiesrecht en onderwijs. Het einde van deze periode wordt dan gemarkeerd door de uitslag van de verkiezingen voor de Tweede Kamer in 1967. De confessionele partijen KVP, CHU en ARP raakten hun meerderheid kwijt, waardoor de politieke verhoudingen volstrekt anders werden.

De ontstane vier zuilen waren hecht georganiseerde netwerken, die zich op grond van levensbeschouwelijke of maatschappelijke opvattingen afzonderlijk organiseerden: de katholieke zuil, de protestants-christelijke zuil, de socialistische of sociaaldemocratische zuil en de liberale zuil, ook wel neutrale of algemene zuil genoemd. Zij vormden voor een belangrijk deel het gebinte van de samenleving.

Ontzuiling

Waar de zuilen een lange wordingsgeschiedenis hebben, is ook de ontzuiling een geleidelijk proces geweest. Factoren die daaraan hebben bijgedragen zijn de ontsluiting van het platteland, de opkomst van de televisie, succes van wetenschap en techniek, de verhoging van het gemiddelde opleidingsniveau, de groeiende welvaart en secularisering. Ontkerkelijking nam toe, levensbeschouwing erodeerde zozeer, dat het moreel kompas niet meer wist waarheen te wijzen. Met het badwater is ook het kind weggegooid. Uiteindelijk zijn we terecht gekomen in een samenleving, waar in de publieke sector ethiek is losgekoppeld van levensbeschouwelijke uitgangspunten, wat heeft geleid tot het moreel faillissement van het vigerende systeem. De ontologische geborgenheid heeft plaats gemaakt voor ontologische verlatenheid. Existentiële veiligheid voor existentiële onveiligheid. Vraag het aan toeslagenouders, boeren, mensen die werken in de zorg of (jeugd)zorgafhankelijk zijn, gedupeerde Groningers, mensen in het onderwijs…..! Er heerst existentiële angst, omdat duidelijk is dat het bestaan niet altijd samenvalt met jouw bedoeling. Er is het besef dat er een grondige afhankelijkheid en fragiliteit in het menselijk bestaan zit, zoals eerder tijdens de pandemie

BBB en de verloedering

Heel veel mensen hebben aan dat gevoel van onveiligheid uitdrukking gegeven via een stem op de BBB, wat niet automatisch inhoudt dat zij hebben gestemd vóór de BBB. Zij hebben vooral tégen de coalitie en tégen de oppositie een motie van teleurstelling ingediend, waarvoor de BBB als voertuig diende. De gevolgen van dat falen door de overheid laten zich voelen in de samenleving. Ter Borg haalt de Franse socioloog Durkheim aan die sprak over anomie, letterlijk: het verlies van geldigheid van regels en normen. “Mensen nemen de regels van de samenleving steeds minder serieus. Ze gaan in toenemende mate maar raak leven. Ze gaan sjoemelen. Ze worden steeds onverschilliger. De samenleving verloedert.”  Dat laatste neem ik niet over, maar dat er iets grondig mis is in Nederland, is evident.

Wij komen dat tegen in wat er speelt op het veld van grensoverschrijdend gedrag. De regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld mevrouw Hamer, zal zich uitputten in het verzinnen van maatregelen die zulk gedrag moeten voorkomen. Een ondoenlijke bureaucratische opgave. Aan de orde is de fundamentele vraag waarvan een en ander een verschijningsvorm is en een heldere beantwoording daarvan. Daar ligt de opgave. Het gaat over waarden en normen. Ethisch handelen is een uiting van levensbeschouwing. Zonder dat wordt ethiek stuurloos en cynisch; en niet alleen ethiek. En zowel voor mevrouw Bruins Slot als voor mevrouw Hamer geldt: er bestaat in deze geen technische oplossing voor een existentieel probleem. Ik muteer het naar ‘The tragedy of the commons’ (G. Harding, 1968): The population problem has no technical solution; it requires a fundamental extention in morality science.

Ontkoppeld van levensbeschouwing of missie+visie, wordt ethiek niet (meer) gedragen door een moreel besef.  Zie de Belastingdienst in de toeslagenaffaire. Handelen bestaat dan uit een verzameling losse keuzen gekenmerkt door willekeur. Niet echt een moreel kompas.

De auteur, Lourens Posthumus, is zelfstandig procesbegeleider / coach, filosofisch consulent.



Plaats uw reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *