Wethouder Jansen over de factor tijd als risicofactor

23 januari 2018

Eén van de keynotes van het afgelopen RiskCongres Lokaal Bestuur was wethouder Paulus Jansen van de gemeente Utrecht. Een transparante en integere besluitvorming is een van de hoekstenen van overheidsbeleid. Het verschil tussen de publieke en private sector is dat de overheid belastinggeld uitgeeft en via wetgeving burgers en bedrijven dwingt om iets te doen of te laten. Tegenover die macht staan een verantwoordingsplicht en de tegenkrachten van de volksvertegenwoordiging en de rechterlijke macht. De bijdrage van wethouder Jansen wordt gepubliceerd in twee delen. Dit eerste deel gaat met name over de factor tijd als risicofactor.

Wethouder Jansen van de gemeente Utrecht sprak met name over het politiek-bestuurlijk risicomanagement. Dat heeft een sterke relatie met transparante besluitvorming. Al is het maar omdat een gebrek aan risicomanagement vrijwel altijd leidt tot impliciete besluitvorming, waarbij in een later stadium financiële of politieke lijken uit de kast komen.
Paulus Jansen: “Wellicht denkt u bij u zelf – of zegt u zelfs hardop – “is de burger of specifieker de kiezer zelf niet de grootste risicofactor bij overheidsbeleid?” Dat is een interessant debat dat ik hier niet zou willen voeren. Het is duidelijk dat de beweeglijkheid van standpunten en het stemgedrag veel groter is dan vijftig jaar geleden. De analyses over de oorzaken daarvan zijn divers. Zo ken ik een voormalig politiek leider die stelde dat neoliberale overheden zelf de calculerende burger gecreëerd hebben, en daarmee de wispelturigheid in de hand gewerkt. Andere, breder gedeelde, verklaringen zijn de ontzuiling, de grotere mobiliteit van mensen en ontwikkelingen in het communicatie en medialandschap. Voor vandaag beschouw ik de beweeglijkheid van de burger als een gegeven, al was het maar omdat ik de stelling onderschrijf dat de kiezer altijd gelijk heeft.”
Jansen ging vervolgens in op de risico’s die te maken hebben met:
– Het verstrijken van de tijd.
– De omvang van een project en de flexibiliteit van het programma.
– De correcte raming van de post onvoorzien, de financiële parameters en de projectplanning.
– Koppelverkoop en openstaande “oude rekeningen” (politieke rekeningen, maar ook bijvoorbeeld bouwclaims).
– De omgeving van een project (insiders/outsiders).
– Het ontbreken van goede procesafspraken (bijvoorbeeld trechteren).
De factor tijd als risicofactor
Paulus Jansen: “Ik probeer ik een aantal lessen te trekken voor verstandig omgaan met politiek-bestuurlijke risico’s. Tijd is een grote risicofactor. Als de tijd voortschrijdt ontwikkelt zich de werkelijkheid van de omgeving van een project. Denk in de sfeer van bouwprojecten aan bijvoorbeeld marktomstandigheden. Ambitieuze projecten die ontwikkeld werden in de hoogconjunctuur vóór 2008 sneuvelden in grote getale na de bankencrisis. In politieke zin zijn verkiezingen een belangrijke risicofactor op de tijd-as.
Ik ben ooit, tussen 1995-2003, lid geweest van Provinciale Staten Utrecht. In die twee termijnen werd het College van Gedeputeerde Staten gevormd door VVD, CDA en PvdA. Die partijen vormden toen al meer dan dertig jaar het dagelijks bestuur van de provincie. Afhankelijk van de verkiezingsuitslag kreeg de ene of de andere fractie er een gedeputeerde bij, of leverde er een in. Voor de rest veranderde er niets. De meeste gedeputeerden zaten er langer dan tien jaar, met uitschieters naar meer dan 20 jaar. Voor wethouders gold tot rond 1985 hetzelfde.
Inmiddels lijkt die tijd een eeuw geleden. De ontwikkelingen van communicatietechnologie en in het verlengde daarvan de media hebben de doorlooptijden in het politieke landschap sterk verkort. Politieke meerderheden wisselen veel sneller, het politieke landschap is behoorlijk versnipperd. Bestuurders worden ook veel eerder de laan uitgestuurd. Of ze trekken zelf de conclusie dat ze iets anders gaan doen. Een tweede termijn is voor een wethouder in een grote stad nu al bijzonder aan het worden. Daarmee worden verkiezingen steeds belangrijker als risicofactor. En ligt het dus nog meer voor de hand om doorlooptijden af te stemmen op de datum van de verkiezingen.
De gemeenteraad van Utrecht stelt –hoop ik- op 1 februari de deel 1 van de omgevingsvisie Merwedekanaalzone vast. Dat is de grootste binnenstedelijke bouwlocatie en door dit besluit worden drie deelprojecten (het Defensieterrein, Holland Casino en de Eendrachtslaan) onomkeerbaar, ongeacht de uitslag van de verkiezingen. Ik verzeker u dat een aantal mensen een zucht van verlichting zullen slaken als dit besluit genomen is.
Aan de andere kant gaat het nét niet lukken om het bestemmingsplan Kruisvaart, een ontwikkeling van 600 woningen pal ten zuiden van Utrecht Centraal voor de verkiezingen in de gemeenteraad te behandelen, terwijl we daar anderhalf jaar op gekoerst hebben. Belangrijkste reden daarvoor is de werkdruk in de gemeentelijke organisatie. Een ingewikkelde verkeerskundige berekening die nodig is in verband met ingediende zienswijzen is afhankelijk van de input van zes disciplines, die allemaal op hun tenen lopen door de enorme werkdruk van dit moment. Terwijl bijvoorbeeld het aantal woningen in de pijplijn in vier jaar tijd verdrievoudigd is, is de formatie op sleutelposities nauwelijks gegroeid, en benutten een aantal mensen de hoogconjunctuur voor een carrièrestap, waardoor er gaten vallen op kritische posities. Spijtig, want het draagvlak in de raad voor het plan is nu groot, terwijl er altijd kans is dat dit na de verkiezingen verandert. In het algemeen kan je zeggen dat het verkorten de doorlooptijd tussen een initiatief en het bestuurlijke point of no return zeer bijdraagt aan het verkleinen van politieke risico’s.
Een record qua aanlooptijd is het transformatieproject Jan van Foreeststraat, 230 appartementen in een voormalig sorteercentrum van de PTT pal naast het centraal station, op een ingewikkelde plek. Het initiatief stamt uit maart 2016, de omgevingsvergunning is afgegeven ultimo 2016 en de laatste woning wordt binnenkort opgeleverd. In de negen maanden tot de omgevingsvergunning hebben we ook nog een stevig robbertje gevochten met de ontwikkelaar over het wenselijke huurniveau. Wij vonden 850 euro voor 26m2 zelfs op deze centrale locatie ver over de top. Het project was de aanleiding voor de vaststelling voor een lokaal reguleringskader voor de middenhuur, waarbij het uitgangspunt is dat brave pensioenbeleggers een mooi rendement maken en continuïteit geboden wordt, terwijl een goede prijs-prestatie-verhouding voor een lange periode verzekerd is.”
Deel twee van het verslag over de bijdrage van wethouder Paulus Jansen vindt u binnenkort op dit platform.

  • Bakir Lashkari

    Uw presentatie over al die mooie projecten (vastgoed) in Utrecht, komen niet overeen met uw achtergrond als een SP-er. Ik vraag mij af of uzelf in control bent en bewust bent van “your talking different from your walking (liptalks)” !

Plaats uw reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *