Verspreidt de Raad voor de Rechtspraak nepnieuws?

31 juli 2019
Kennisbank

Toon Peters

In het magazine van de Raad voor de Rechtspraak verscheen in het nummer juli 2019 een artikel van mevrouw Tamara Trotman, voorzitter van het Gerechtshof uit Den Haag. Zij komt met het artikel ‘Zet je in voor de rechtstaat’ tot een hoge waardering in verband met de hoge waardering van Nederland, namelijk de vijfde positie, in de ranking van de World Justice Project Rule of Law Index. Ik vind dit echt opmerkelijk en ik licht dat graag toe. Immers links en rechts worden en werden al de nodige vraagtekens geplaatst bij de totstandkoming van dit rapport.

Uit eigen ervaring weet ik at in de civiele rechtspraak in Nederland ernstige fouten worden gemaakt. Op een gegeven moment zag ik dat Nederland, in het WJP Rule of Law Index onderzoek, wat de civiele rechtspraak betreft, regelmatig op de eerste plaats stond. Ik ben me toen in dit onderzoek gaan verdiepen. Op 12 juli 2018 mocht ik mijn bevindingen bij de Raad voor de Rechtspraak in Den Haag komen toelichten. De Raad voor de Rechtspraak gaf toe dat de vraag gerechtvaardigd is welke waarde men aan het WJP onderzoek kan hechten.

Op 1 oktober 2018 kreeg ik van de Raad voor de Rechtspraak te horen dat er bij de woordvoerders van de rechtspraak op zou worden aangedrongen om zorgvuldig onderscheid te maken tussen conclusies van het WJP en conclusies van de rechtspraak. En mocht in de toekomst de Rule of Law index worden aangehaald, dan werd geadviseerd om conclusies van het WJP als zodanig te benoemen, en niet zonder meer over te nemen.

In de Volkskrant van 21 maart 2019 is een artikel gepubliceerd waarin grote vraagtekens worden gezet bij het WJP onderzoek, maar ook bij antwoorden van minister voor Rechtsbescherming Dekker op vragen van Tweede Kamerlid Michiel van Nispen van de SP over dit onderwerp. De minister had geantwoord dat de ranking van Nederland op het gebied van de civiele rechtspraak voornamelijk gebaseerd is op de mening van “professionals”. Maar WJP heeft mij laten weten dat hierover ook zo’n 1000 burgers bevraagd zijn. En dat er maar 21 “professionals” geraadpleegd zijn, zegt de minister niet. Minister Dekker gaf op 23 juli jongstleden antwoorden op nieuwe Kamervragen van Michiel van Nispen van de SP. De minister zegt feitelijk: WJP zegt zelf dat er niets aan de hand is, dus is er niets aan de hand. Het is nu de vraag of de Tweede Kamer de minister hier zo makkelijk mee laat wegkomen.

Dienen de uitkomsten een politiek doel?

De nietszeggende en ontwijkende antwoorden van de minister bevestigen mijns inziens nogmaals dat dit onderzoek waarna de ministers Dekker en Grapperhaus en vele rechters telkens refereren er alleen maar toe dient om terechte maar onwelgevallige kritiek op de rechtspraak te pareren. Blijkbaar worden de uitkomsten van het onderzoek louter gebruikt om een politiek doel te dienen.

Al eerder is in Civis Mundi en op dit Risk & Compliance Platform Europe herhaaldelijk aandacht gegeven aan de betrouwbaarheid van het WJP Rule of Law Index onderzoek.

Omdat ik me nog steeds afvraag of het WJP Rule of Law Index onderzoek is uitgevoerd zoals beweerd wordt, heb ik op 23 mei 2019 contact gezocht met het bureau, dat in Nederland het onderzoek mogelijk heeft uitgevoerd. Een antwoord heb ik nog niet ontvangen. Het kan zijn dat de aanbevelingen van de Raad voor de Rechtspraak mevrouw Trotman zijn ontgaan, en dat zij het genoemde artikel in de Volkskrant, alsmede de verder genoemde publicaties niet heeft gelezen.

Niettemin ben ik van mening dat mevrouw Trotman beter had kunnen weten, althans zich beter op haar artikel in het juli nummer had moeten voorbereiden, te meer omdat haar artikel juist in het magazine van de Raad voor de Rechtspraak zou verschijnen. En ook de redactie had hier attent op kunnen zijn.

De auteur, Toon Peters is senior docent aan Zuyd Hogeschool.

Plaats uw reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *