Verschoningsrecht wankelt bij in house advocaten

30 oktober 2019

Uit een recente uitspraak van de Rechtbank Rotterdam blijkt dat het verschoningsrecht van advocaten niet altijd standhoudt. Zo heeft de officier van justitie op 4 maart 2019 door middel van 15 vorderingen gevorderd dat de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Rotterdam op grond van artikel 98 Sv beoordeelt of bepaalde gegevens die bij een doorzoeking bij de verdachte in beslag zijn genomen onder het verschoningsrecht van 15 van de bij de verdachte werkzame in house lawyers vallen. De officier van justitie heeft de gegevens waarop de vorderingen betrekking hebben afzonderlijk overgelegd.

De in beslag genomen gegevens betreffen communicatie met betrekking tot olieveld [naam olieveld] in Nigeria van en met de volgende in house lawyers [naam jurist 1] (gevestigd in: Nigeria)
[naam jurist 2] (Nigeria) [naam jurist 3] (Nederland) [naam jurist 4] (Nederland) [naam jurist 5] (Verenigd Koninkrijk) [naam jurist 6] (Verenigd Koninkrijk) [naam jurist 7] (Verenigd Koninkrijk) [naam jurist 8] (Verenigde Staten) [naam jurist 9] (Nederland) [naam jurist 10] (Nederland) [naam jurist 11] (Nigeria) [naam jurist 12] (Nigeria) [naam jurist 13] (Nederland) [naam jurist 14] (Nederland) en [naam jurist 15] (Nederland).

Volgens de officier van justitie dient de vraag of de betrokken in house lawyers zich op een verschoningsrecht kunnen beroepen beantwoord te worden naar Nederlands recht. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat aan deze bij [naam bedrijf] werkzame in house lawyers geen verschoningsrecht toekomt omdat zij niet staan ingeschreven op het tableau van de Nederlandse Orde van Advocaten, niet gebonden zijn aan het Nederlandse advocatentuchtrecht en [naam bedrijf] als werkgever niet gebonden is aan het professioneel statuut voor de advocaat in dienstbetrekking, omdat dit niet is ondertekend. Nu de in house lawyers naar Nederlands recht geen verschoningsrecht toekomt, hoeven zij niet in de gelegenheid te worden gesteld zich uit te laten over de vraag of de in beslag genomen gegevens onder enig verschoningsrecht vallen.

In house lawyers

De betrokken in house lawyers hebben zich ieder voor zichzelf op het standpunt gesteld dat zij een verschoningsrecht hebben, gebaseerd op hun inschrijving bij de balie in het land van herkomst. De in house lawyers stellen zich ten aanzien van de gegevens die op henzelf betrekking hebben op het standpunt dat deze, met uitzondering van enkele documenten, geheimhoudersstukken betreffen.

Beoordeling

Bij de beoordeling van de vorderingen van de officier van justitie gaat de rechter-commissaris er vanuit dat de betrokken in house lawyers niet zijn geregistreerd op het tableau van de Nederlandse Orde van Advocaten. Ook gaat de rechter-commissaris er vanuit dat de in house lawyers in hun respectievelijke landen van herkomst als advocaat kwalificeren omdat zij daar als zodanig staan ingeschreven. Het land van vestiging is het land waar de rechtspersoon is gevestigd waarbij de in house lawyer in dienst is.

Ten aanzien van andere werkzaamheden, bij wijze van dienstverrichting, dan die bedoeld in het eerste lid van artikel 16d, blijven bezoekende advocaten onderworpen aan de voorwaarden en de beroepsregels van de staat van herkomst. Zij dienen daarnaast de voor in Nederland ingeschreven advocaten geldende beroepsregels in acht te nemen, met name die betreffende: (a) de onverenigbaarheid van het uitoefenen van de werkzaamheden van advocaat met het verrichten van andere werkzaamheden in Nederland, (b) de verhouding tot andere advocaten en (c) het verbod van bijstand door een zelfde advocaat aan partijen met tegenstrijdige belangen. Laatstbedoelde regels zijn slechts toepasselijk voor zover zij kunnen worden nageleefd door een advocaat die niet in Nederland is gevestigd en de naleving ervan objectief gerechtvaardigd is ten einde in Nederland de behoorlijke uitoefening van de werkzaamheden van advocaten, de waardigheid van het beroep en de inachtneming van de bedoelde regels inzake onverenigbaarheid te verzekeren.

Bevoegdheid rechter-commissaris

Uit het arrest van de Hoge Raad van 13 oktober 2015 (ECLI:NL:HR;2015:3076) volgt dat de rechter-commissaris bevoegd is te oordelen over de vraag of bescheiden, brieven of andere stukken onder enig verschoningsrecht vallen indien daarop een beroep wordt gedaan door degene bij wie deze gegevens in beslag zijn genomen. De rechter-commissaris is van oordeel dat deze bevoegdheid met zich brengt dat ook de officier van justitie kan vorderen dat de rechter-commissaris oordeelt over gegevens die volgens degene bij wie de gegevens in beslag zijn genomen onder het verschoningsrecht vallen.

Toepasselijk recht in Nederland werkzame buitenlandse advocaten

Advocaten die niet staan ingeschreven op het tableau van de Nederlandse Orde van Advocaten mogen in Nederland werkzaam zijn als advocaat. Zij zijn daarbij mede onderworpen aan de beroepsregels die in Nederland gelden voor advocaten. Op grond van artikel 29 Advocatenwet zijn ook de verordeningen die op grond van artikel 28 Advocatenwet worden opgesteld, verbindend voor deze advocaten indien zij andere werkzaamheden als bedoeld in artikel 16f Advocatenwet verrichten. Dit betekent dat deze advocaten gebonden zijn aan de hiervoor genoemde Verordening op de praktijkuitoefening in dienstbetrekking (tot 1 januari 2015) en de Verordening op de praktijkuitoefening (vanaf 1 januari 2015). In deze verordeningen staat dat een advocaat alleen de praktijk in dienstbetrekking kan uitoefenen indien de werkgever en de advocaat een professioneel statuut hebben ondertekend, waarmee de onafhankelijke positie van de advocaat in dienstbetrekking is gewaarborgd. Indien niet wordt voldaan aan de regelgeving met betrekking tot de praktijkvoering van een advocaat in dienstbetrekking, ontbreken de waarborgen die in Nederland worden gesteld aan de onafhankelijk praktijkuitoefening van advocaten. In dat geval kan de desbetreffende advocaat niet als geheimhouder worden aangemerkt en komt hem geen beroep op het verschoningsrecht toe.

Toepasselijk recht niet in Nederland werkzame buitenlandse advocaten

Op advocaten die buiten Nederland in dienstbetrekking werkzaam zijn, is het recht van het land van vestiging van toepassing. Indien de in dienstbetrekking werkzame advocaat naar het recht van dat land als geheimhouder wordt aangemerkt, moet er in beginsel van worden uitgegaan dat hem een beroep op het verschoningsrecht toekomt.

De rechter-commissaris is van oordeel dat de onafhankelijkheid van bij [naam bedrijf] in Nederland gevestigde buitenlandse advocaten in dienstbetrekking onvoldoende is gewaarborgd, zodat zij niet als geheimhouders kunnen worden aangemerkt en hen geen zelfstandig beroep op het verschoningsrecht toekomt. Dit sluit niet uit dat de gegevens waarop de vorderingen zien onder een afgeleid verschoningsrecht vallen, doordat de desbetreffende advocaten met al dan niet externe geheimhouders hebben gecommuniceerd.

Beslissing

De rechter-commissaris beslist dat [naam jurist 1] , [naam jurist 2] , [naam jurist 3] , [naam jurist 4] , [naam jurist 5] , [naam jurist 6] , [naam jurist 7] , [naam jurist 8] , [naam jurist 9] , [naam jurist 10] , [naam jurist 11] , [naam jurist 12] , [naam jurist 13] , [naam jurist 14] en [naam jurist 15] in het kader van de onderhavige procedure niet kunnen worden aangemerkt als geheimhouders als bedoeld in artikel 218 Sv

– houdt de beslissing tot inbeslagneming van de door de officier van justitie overgelegde documenten aan totdat overleg over de screening van deze documenten heeft plaatsgevonden.

Bron: De rechtspraak

Plaats uw reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *