Toezicht op toezicht op toezicht

22 januari 2016

Michael van Woerden
Alweer een lid van de Raad van Toezicht van AFM die vertrekt met gedoe. Nu was er onenigheid tussen de Minister van Financiën en Annemarie van Gaal over haar beweegredenen om een half jaar na haar aantreden de lier alweer aan de wilgen te hangen. “Het past mij niet bij mijn leven”, zo liet zij weten. Wat dan wel precies bij haar leven past moet hier maar in het midden blijven. Meer van belang is de vraag waartoe de Minister en AFM nu zullen overgaan om dit soort gedoe voortaan te vermijden. Wellicht zou de Raad van Toezicht ook wel helemaal kunnen worden opgeheven. Zo niet, wat betekent dit dan voor het competentieprofiel van de leden?

In het door AFM gepubliceerde document ‘Implementatie van de Corporate Governance Code’ van 4 maart 2015 wordt het ‘pas toe of leg uit’ beginsel op zichzelf keurig gevolgd (zie: III. De raad van commissarissen – Principe III-1 Taak en werkwijze, pagina 19-39). Echter, een bevredigend antwoord op bovengenoemde vragen is er niet uit op te maken. De Raad van Toezicht moet klaarblijkelijk worden beschouwd als een bijzondere variant van de Raad van Commissarissen bij beursgenoteerde ondernemingen. Maar wat heeft AFM bewogen om überhaupt de Corporate Governance Code als leidraad te nemen? AFM is immers qua structuur noch taak en functioneren vergelijkbaar met een beursgenoteerde onderneming. AFM is geen vennootschap maar een stichting en heeft alleen het publieke belang te dienen, net als bijvoorbeeld Autoriteit Consument & Markt en de nieuwe Autoriteit Persoonsgegevens.
AFM heeft het kort maar krachtig in de Inleiding van genoemd implementatiedocument verwoord: ‘AFM is namelijk van mening dat zij wat de governance betreft waar mogelijk en relevant wil voldoen aan dezelfde set regels die wordt gesteld ten aanzien van onder haar toezicht staande effectenuitgevende instellingen’. Dit vind ik niet erg overtuigend. AFM moet zich als overheidsorgaan niet als een quasi-corporate organiseren, of de indruk wekken dat te doen. Hierdoor ontstaat ten onrechte het beeld dat voor onafhankelijk en deskundig functioneren van de AFM een Raad van Toezicht nodig zou zijn.
Helemaal onafhankelijk kan de Raad van Toezicht zich overigens niet noemen. Zo is de Raad van Toezicht wettelijk verplicht om voorafgaande goedkeuring te halen bij de Minister van Financiën voor een profielschets voor het Bestuur en de eigen de Raad van Toezicht. Toepassing van dit ‘toezicht op toezicht op toezicht’ is door het opstappen van Annemarie van Gaal wederom actueel.
Er is nu vooral behoefte aan duidelijkheid van de kant van AFM en de Minister over de taak van de Raad van Toezicht. Immers, ook ACM en de Autoriteit Persoonsgegevens doen het zonder.

Plaats uw reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *