admin

Jong versus oud

10 oktober 2014

ABN Amro Research gaf onlangs aan dat (nieuw) werk vooralsnog schaars zal blijven. Langer doorwerken door ouderen zal bijdragen tot minder instroom van jongeren. Een reden temeer om te kijken naar een structurele herziening van de factor arbeid. Jong en oud zullen steeds vaker vanuit een vorm van ‘zelfstandig ondernemerschap’ moeten willen deelnemen aan het arbeidsproces. Dat betekent eerder regie op de eigen financiën, een wisselend loopbaanbeeld met pieken en dalen en anticiperen op periodes van veel en minder werk. Maar ook anticiperen op ander werk in de ontwikkeling van de persoonlijke loopbaan. Bij ‘het ouder worden’ wellicht meerdere parttime functies, andere rollen en posities gebaseerd op echte toegevoegde waarde tegen een passende vergoeding en natuurlijk voor iedereen de plicht tot permanent leren en investeren in kennis en kunde.
Daar is wel een nieuw werkklimaat voor nodig. Werkgevers, werknemers en de overheid zullen actief moeten werken aan het faciliteren van deze aanstaande realiteit. Dat betekent flexibelere arbeidscontracten, harmonisatie in het fiscale stelsel, flexibele pensioenen, sterkere, actieve en vroegtijdige betrokkenheid van de HRM functie en bovenal meer regie bij de werknemer. Alleen op deze manier wordt actief tegenwicht geboden aan een dreigende tweedeling tussen jong en oud. Een generatieconflict waar niemand op zit te wachten. Vakbonden, met hun veelal oudere achterban, zouden zich veel meer moeten inspannen om niet alleen de verworven rechten te verdedigen maar juist ook te anticiperen op haar toekomstige leden: de jongeren. Ik mis daar de balans.
Werkgevers zijn uniek gepositioneerd om binnen en buiten hun sector aan dynamisch personeelsbeleid te werken. Met collegiale doorlering van oudere, ervaren medewerkers, het vroegtijdig herscholen van het middenkader en daarmee anticiperen op de gewenste flexibiliteit. Helaas zie ik nog steeds een vrij passief (HRM) beleid in deze. De overheid zou dit eigenlijk fiscaal kunnen stimuleren.
Ook het werk wordt anders. De impact van de ICT en verdere automatisering en robotisering heeft zijn effect. De markt past haar (koop-)gedrag snel aan… Vaak sneller dan de (services) industrie! Alleen al in de financiële dienstverlening zal zeker nog 30 – 50 % van de werknemers kunnen afvloeien. Maar ook de maakindustrie zoekt nu andere werknemers met meer toegevoegde waarde en specifieke technische talenten. Goede vakmensen uit Roemenië en Polen vullen nu snel deze vacatures op. Uit de HAVO-5 klas van mijn zoon koos 80 % een opleiding in “Marketing & Communicatie”. Wat bedoelt Minister Asscher eigenlijk met “verdringing”?
Harry Smorenberg
Harry Smorenberg is onafhankelijk strateeg en columnist. Tevens oprichter en inhoudelijk verantwoordelijk voor worldpensionsummit.com en nieuwenormwerken.nl

Plaats uw reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *