WETHOUDER JANSEN VAN Gemeente UTRECHT OVER HET VERSCHIJNSEL “TRECHTEREN ”

05 maart 2018

Eén van de keynote sprekers op het meest recente RiskCongres Lokaal Bestuur was wethouder Paulus Jansen van de gemeente Utrecht. We publiceerden eerder zijn visie over de risicofactor tijd en flexibiliteit met betrekking tot grootstedelijke projecten, gemeentelijk vastgoed en onvoorziene uitgaven. In dit laatste deel wordt door Paulus Jansen ingegaan op het verschijnsel “trechteren”.

Paulus Jansen: “Bij een gebiedsontwikkeling zijn er omwonenden, bestaande bewoners en eigenaren in het te ontwikkelen gebied en andere overheden die iets kunnen vinden van mobiliteitseffecten of waterbeheer. Dan zijn er de marktpartijen aan vraag- en aanbodzijde die iets vinden van het programma. Met name omwonenden hebben meestal als grondhouding: zoals het nu is, gaat het prima, verandering is alleen maar een potentieel risico voor verslechtering van onze leefomgeving. Om deze reden is het buitengewoon verstandig om aan de voorzijde alle stakeholders te betrekken bij een project, en hun inbreng ook serieus mee te nemen. Daarmee neemt het draagvlak toe en wordt ook de kwaliteit van het plan beter. Praktisch effect is dat er bij draagvlak geen of minder zienswijzen worden ingediend en de doorlooptijd aan het eind verkort wordt. Wie er betrokken moeten worden is zeer divers. In de Merwedekanaalzone zijn de roeiers, de woonbootbewoners en de bewoners van de “overkant” prominent aanwezig. Dit zijn allemaal insiders, partijen die nu al een specifiek belang bij het gebied hebben.”
Volgens Paulus Jansen is het zijn taak om ook de outsiders – de toekomstige bewoners, de scholen, winkeliers of startende bedrijven die straks een plek krijgen in het gebied – aan tafel te krijgen. Ook dat verkleint het politieke risico dat deze belanghebbenden in een later stadium de principes van het plan opnieuw ter discussie willen stellen.
Trechteren
Paulus Jansen: “Een ander belangrijk beginsel richting in de omgang met de omgeving is: trechteren. Eerst worden de hoofddoelstellingen van het project gedefinieerd en besproken met stakeholders en gemeenteraad. Als die hoofdlijnen eenmaal vastliggen, worden deze verder uitgewerkt binnen de vastgestelde kaders. Die kaders worden dus niet meer veranderd. Op grond van dit uitgangspunt is in het huidige college van B&W afgesproken dat een bestemmingsplan dat binnen de kaders van het Stedenbouwkundig Programma van Eisen blijft zonder meer wordt vastgesteld, als dit proces zich afspeelt binnen dezelfde collegeperiode. Als er niet getrechterd wordt betekent dat heel vaak opnieuw beginnen.”
Jansen geeft als eerste voorbeeld de winkelcapaciteit in de wijk Noordoost die tekortschiet door de ontwikkeling van de nieuwe woongebieden Voordorp en Veemarkt. Ruim tien jaar geleden is de afweging gemaakt tussen de bouw van een nieuw (tweede) winkelcentrum of de uitbreiding van het bestaande winkelcentrum De Gaard. Gekozen is voor de laatste optie. De uitwerking van het plan stokte tijdens de economische crisis van 2008, en toen de ontwikkeling in 2014 weer op gang kwam stelde een aantal omwonenden (en vervolgens ook een aantal raadsfracties) deze keuze opnieuw ter discussie. Dat heeft voor een half jaar vertraging gezorgd.
Het tweede voorbeeld dat Jansen noemde was dat bij het eerder genoemde plan Kruisvaart de planontwikkeling in 2005 is gestart met een bouwplan in hoge dichtheden. Dat plan is door verzet van de aanwonenden gesneuveld. Vervolgens is er een plan voor grote stadswoningen in relatief lage dichtheid ontwikkeld, dat vervolgens door de nieuwe gemeenteraad en het college als strijdig met de Ruimtelijke Strategie Utrecht werd aangemerkt. Hierna is een nieuw plan uitgewerkt met – opnieuw- een hogere dichtheid, dat nu wel de steun heeft van de gemeenteraad en waarbij zoveel mogelijk rekening is gehouden met de oorspronkelijke bezwaren van de omwonenden. Per saldo zijn we inmiddels twaalf jaar verder.
Contractvormen en ontwikkelmodellen
Paulus Jansen: “Contracten kunnen helpen om lusten en lasten eerlijk te verdelen over de partijen – een belangrijk afbreukrisico ! – en financiële tegenvallers tijdens de rit te beperken. Voor veel inkooptrajecten maakt de gemeente Utrecht gebruik van raamcontracten. Dat biedt de leverancier van goederen en diensten continuïteit en ons zekerheid over de kosten. In gebiedsontwikkeling is actief of passief grondbeleid een relevante factor. Als gemeente zijn we op dit moment terughoudend met actief grondbeleid, maar indien er sprake is van een groot publiek belang kan daar wel voor gekozen worden. Voor het grootste deelgebied van de Merwedekanaalzone worden op dit moment een aantal samenwerkingsverbanden tussen publieke en private partijen uitgewerkt, die alle tot doel hebben om tot een evenwichtige verdeling van lusten en lasten te komen, inclusief de financiële risico’s.”
Politiek-bestuurlijke risico’s zijn een belangrijke oorzaak van vertragingen, budgetoverschrijdingen en zelfs het sneuvelen van projecten.
Paulus Jansen: “Wat mij betreft is de kern van de aanpak: Maak ontwikkelingen niet groter dan nodig, betrek alle potentiële stakeholders aan de voorkant, bouw flexibiliteit in het programma in, werk volgens het trechterprincipe en zorg tenslotte voor een goede tegenmacht om financieel opportunisme uit politieke overwegingen tegenspel te bieden.”



Plaats uw reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *