Photo: https://pixabay.com

Wat zijn ongebruikelijke transacties? (deel 2 in de serie over MOT)

23 april 2019
Kennisbank

Michel van Hulten

Volgens de Wet ter voorkoming van Witwassen en Financiering van Terrorisme (Wwft),  is een transactie ‘ongebruikelijk’, als die aan één of enkele van de zogenoemde ‘indicatoren’ voldoet. Rode draad zijn witwassen van geld, financiering van terrorisme en het omzetten van bedragen vanaf €10.000 (nieuwe regeling sinds 10 juli 2018, was €15.000). Opvallend genoeg ontbreekt in de lijst van ‘indicatoren’ het woord ‘corruptie’. Als verklaring wordt hiervoor gegeven dat Nederland de zogenaamde ‘all-crime approach’ kent. Om die reden worden geen specifieke misdrijven in de indicatoren genoemd. Corruptie valt hier dus ook onder en de FIU analyseert ook gericht op corruptie gerelateerde transacties. Er is weliswaar een ‘vermoeden van witwassen en terrorisme financiering indicator’ maar dat is de kapstok voor alle geld genererende criminaliteit.

Ik noem graag een paar indicatoren in dit verband.
* Transacties bij banken in verband met witwassen of financiering van terrorisme.
* Transacties bij banken met personen die zijn gevestigd in landen of gebieden die door de Minister van Financiën en de Minister van Justitie zijn aangewezen als onaanvaardbaar risico voor witwassen of terrorisme financiering.
* Contante transacties bij banken met een waarde van € 10.000 of meer waarbij contante omwisseling in een andere valuta of van kleine naar grote coupures plaatsvindt.
* Contante transacties bij een grenswisselkantoor of kantoren van € 2.000 of meer waarbij de gelden ter beschikking worden gesteld in de vorm van chartaal geld of cheques of door middel van een credit- of debetcard dan wel betaalbaar worden gesteld in de vorm van chartaal geld of cheques of door storting op rekening (geldtransfers).
* Gebruik van de creditcard in verband met een transactie van € 10.000 of meer bij een aangesloten bedrijf in Nederland.
* Contante storting ten gunste van een creditcardrekening van € 10.000 of meer.
* Het in depot nemen door casino’s van munten, bankbiljetten of andere waarden van € 10.000 of meer.
* Girale transacties bij casino’s van € 10.000 of meer.
* Verkoop aan een cliënt in een casino van fiches met een tegenwaarde van € 10.000 of meer tegen inlevering van cheques of buitenlandse valuta.
* Transacties bij handelaren in zaken van grote waarde, waarbij voertuigen, schepen, kunstvoorwerpen, antiquiteiten, edelstenen, edele metalen, sieraden of juwelen verkocht worden tegen geheel of gedeeltelijke contante betaling, waarbij het contant te betalen bedrag € 10.000 of meer bedraagt.
* Transacties bij adviseurs van € 10.000 euro of meer betaald aan of door tussenkomst van de beroepsbeoefenaar in contanten, met cheques aan toonder of soortgelijke betaalmiddelen.’

Corruptie

Er blijkt een grote variatie aan ‘ongebruikelijke transacties’ mogelijk onder de algemene aanduiding ‘witwassen’ en ‘terrorisme financiering’ als we af mogen gaan op de categorieën die op het (Belize) meldingsformulier genoemd worden http://fiubelize.org/wp-content/uploads/2017/02/STR-FORM.pdf. Op deze lijst komt ‘bribery’ wel voor.

Op het formulier van Belize (ook bijvoorbeeld van Denemarken) is overigens meteen al sprake van STR – ‘Suspicious Transaction Reporting’. Bij ons is het pas ‘verdacht’ als we een stap verder zijn in het onderzoek. De Nederlandse verwoording (als MOT) ‘melding ongebruikelijke transactie’ is neutraler. Een onderscheid dat van belang is, zie ook in het volgende deel 3 van deze serie bij de vergelijking van de cijfers voor Nederland en België.

In het Jaaroverzicht FIU-Nederland 2015, pagina 21, wordt al wel ingegaan op ‘corruptie’ met als belangrijkste conclusie: ‘Na verkennend onderzoek in 2015 door de FIU-Nederland is de detectie van corruptiesignalen in 2016 een geprioriteerd thema’. Het begin daarvan lezen we dan ook in het Jaaroverzicht FIU 2016, pagina 21, daar wordt een paragraaf gewijd aan ‘corruptie’ en aan ‘de (on)mogelijkheid omkoping te detecteren in [aan de FIU] gemelde transactie-informatie’.  Ik citeer: ‘Het misdrijf (ambtelijke) omkoping laat doorgaans weinig sporen na. Financiële stromen kunnen aanwijzingen bieden van mogelijke omkoping. In FEC-verband heeft de FIU-Nederland een bijdrage geleverd aan kennisuitwisseling en zijn raakvlakken en samenwerkingsmogelijkheden verkend. De FIU-Nederland heeft in voorgaande jaren een verkennend onderzoek verricht naar de (on)mogelijkheden om ambtelijke omkoping te detecteren in gemelde transactie-informatie. Daarbij is in het bijzonder ingegaan op omkoping van buitenlandse ambtenaren waarbij een Nederlands belang in het spel is. Bij binnenlandse ambtelijke omkoping kan veelal een financieel spoor rond de betreffende ambtenaar worden waargenomen. Bij buitenlandse omkoping is dit niet rechtstreeks mogelijk omdat de financiële transacties van buitenlandse ambtenaren zich doorgaans buiten het zicht van de FIU-Nederland en de opsporingsdiensten afspelen. Dit vergt een zeer goede afstemming met de betreffende buitenlandse FIU. Tot aan november 2016 werden verspreid over meerdere jaren meldingen ontvangen, die te relateren waren aan een groot internationaal corruptieschandaal waarbij Nederlandse vennootschappen waren gebruikt. De transacties werden in dossiers opgenomen en aan de FIOD overgedragen. Hierbij werden miljoenen euro’s via vennootschappen vanaf buitenlandse rekeningen en creditcards naar meerdere offshore bedrijven in belastingparadijzen gesluisd. Om opdrachten binnen te halen werden hoge functionarissen omgekocht. Inmiddels zijn de bedrijven die met smeergeld opdrachten wilden verzekeren, een schikking van honderden miljoenen euro aangegaan met de autoriteiten in zowel Nederland als de Verenigde Staten van Amerika.’

Sterke theorie, zwakke praktijk?

Ondanks de sterke inzet op ‘meldingen’ door alle betrokkenen en ondanks de kennis die de Belastingdienst al heeft, is meest opmerkelijk aan gedragingen die kennelijk ‘corrupt’ zijn, dat bij banken zoals hiervoor genoemd hun ongebruikelijke/verdachte handelingen jarenlang konden aanhouden voordat het tot onderzoek, opsporing, vervolging en berechting kwam. Dit ondanks het in theorie eigenlijk perfect geregelde meldingssysteem en het toezicht dat onder andere ook alle accountants verplicht direct melding te maken van ‘ongebruikelijke transacties’ (in het jargon afgekort tot MOT’s). Die theorie wordt in Nederland omgezet in de praktijk met enkele honderdduizenden gevallen per jaar van MOT’s die gemeld worden. In het laatste deel van deze serie over MOT zal ik nader ingaan op de aantallen.

De auteur Dr. Michel van Hulten is voormalig staatssecretaris en lid van de Buitenkamer.

Bron: e magazine Civis Mundi#81, april 2019, waarin ook de wetenschappelijke verantwoording is terug te vinden alsmede de bronverwijzingen.

 

 



  • H R Hathie

    Hele intererssante samenvatting van actuele informatie.
    Kunt mij deel van MOT mailen of aangeven waar te vinden?

Plaats uw reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *