Nieuwe strategische paden voor bestuur en toezicht op basis van nieuwe voorspelbaarheid

26 november 2016

Chris Juta
Dit is het vierde deel van de serie van zeven artikelen over gedragsrisico en smart data, die in aanloop naar het komende Behavioral Risk Congres op 6 december gaat verschijnen. Eerder verschenen op dit platform: “Gedragsrisico: Fundamentele onzekerheid in beeld”, “Transitie van oud naar nieuw denken over risico” en “Wij zijn onze betekenisgeving” (Zie related items hieronder) . In dit vierde deel verken ik de consequenties die ik de vorige artikelen introduceerde: nieuwe technologie gaat impact krijgen op hoe we business doen met elkaar en daarop toezicht houden. Kernbegrip in dit deel : voorspelbaarheid.

Laat me beginnen met het inzicht dat hier centraal staat: samen zijn we heel iets dan alleen. Het klinkt zo triviaal, maar dat is het helemaal niet. Samen vormen we sociale systemen die in allerlei sferen actief zijn. Professor Arjo Klamer zal er op 6 december het een en ander over kwijt willen. In mijn hoofd en in mijn bewustzijn bestaan die – en bestaan zulke – sferen ook, maar dan ben ik het in mijn eentje. Terwijl honderden miljarden neuronen, gliacellen en synapsen als gekken werken en mij laten bestaan in die buitenwereld. Een stap verder is het inzicht hoe mensen zich gedragen in die sferen wordt bepaald. En dat het product of de neerslag daarvan is: voorspelbare patronen van houding, gedrag en denken.
Op het moment dat we deze patronen van gedrag en cultuur scherp in beeld kunnen brengen – nogmaals: dat ís de stap naar nieuw meten en sense-data – heb je een doorbraak: hoe mensen zich gedragen komt fascinerend gedetailleerd in beeld als onze eigen gedragsrealiteit. Sense-data moet je van contexten voorzien om betekenis te hebben (registratie- en identificatie-data): zo ontstaan smart-data.
Wij kunnen niet anders dan leven in ons sociaal systeem
Dus terwijl alle individuele mensen een eigen en unieke beleving en verbeelding van de werkelijkheid in het hoofd hebben, en ook een volstrekt eigen vertaling van dit bewustzijn naar lichamelijk reageren, zijn mensen samen toch zeer voorspelbaar in hoe intenties neerslaan in handelingen en transacties. Zo ontstaat consumentengedrag of gedrag van bestuurders. De reden: wij mensen kunnen niet anders dan leven in ons sociale ‘systeem’. We moeten voldoen aan de interne logica van dat systeem en je hebt de ander nodig om je eigenwaarde te kunnen zien. We kunnen niet anders dan ons gedragen volgens die natuurlijke innerlijke logica.
Het gevolg: we hebben nog nooit (eerder) zicht gehad op onze eigen gedragsrealiteit. Hoe kun je als mens de eigen gedragsrealiteit in beeld hebben als je daar zelf deel vanuit maakt? Hoe kan je gedragsrisico-plaatjes maken, als je zelf niet uit dat systeem kunt stappen? Het is een van de meest boeiende ontdekkingen die je als mens kunt doen: hoe je als mens opgesloten zit binnen je eigen waarnemingshorizon en “systeem-1”. Het is een doorbraak dat we als mensen wel de eigen gedragsrealiteit in beeld krijgen, zodat ongewenste consequenties van die gedragsrealiteit voorkomen kunnen worden. Dan komen de ‘soft controls’ in beeld: zodat we ons beter tot elkaar kunnen verhouden. De psycholoog Professor Jan Derksen zal op 6 december iets over de relatie met ‘hechting’ willen zeggen.
De fascinerende stap die we maken is dat we die innerlijke logica (van de hersenen) kunnen beschrijven en dus nabouwen in software. En we kunnen meetsystemen maken waarin we het gebruik van die innerlijke logica uitvragen en daarmee creëren we als mensen voor het eerst een betrouwbaar beeld van onze gedragsrealiteit. Nu kunnen we ons bewust worden van de gedragsrisico’s die aan ons handelen verbonden zijn. Zo grip krijgend op de eigen performance in een complexe en onvoorspelbare wereld. Met wiskunde en statistiek wordt het vervolgens mogelijk om patronen te ontdekken in de data: je gaat zien hoe sociale contexten hun voor- en afkeuren vertalen in handelingen of transacties, bijvoorbeeld hoe intentioneel getypeerde consumenten een bepaald soort bestedingsgedrag vertonen.
Als je niet meet kun je eigenlijk niks zeggen over risico en dan valt er weinig te voorspellen
Marktonderzoek bureaus publiceren voortdurend rapporten daarover. Echter, wat we ons de hele tijd wel moeten realiseren: de data waarop marktonderzoek bureaus zich (mede) baseren zijn ‘registratie-data’: de registraties van de handeling. En uit registratie-data kun je niet (zonder meer) intenties en dus ook geen gedrag en cultuur aflezen, waaruit die handeling is voortgekomen. Letterlijk kan de registratie een oneindig aantal verschillende intenties als oorzaak hebben gehad. Het is de reden waarom de voorspellingen dat Clinton zou winnen er zo ongelooflijk naast zaten. Als je niet meet kun je eigenlijk niks over risico kan zeggen en valt er weinig te voorspellen.
Portefeuille Theorie stelt bijvoorbeeld dat beleggers altijd zuiver rationele afwegingen maken en legt verband tussen het te verwachten rendement van een belegging en het risico. Het risico wordt gemeten als de volatiliteit. Het idee daarbij is dat het risico van de totale portefeuille gedempt kan worden door beleggingen te spreiden over verschillende beleggingscategorieën. Het uitgangspunt is dat er een beperkt verband (correlatie) bestaat tussen de koersbewegingen van de verschillende onderdelen van het portfolio.
Met de kennis van nu zeggen we: koersbewegingen zijn het resultaat van diversiteit in intenties. Als iedereen precies hetzelfde zou bedoelen zouden er geen koersbewegingen zijn. Het feit dát intenties bestaan – en de diversiteit in intenties – leidt tot onzekerheid en dus de situatie waarin je van te voren geen idee hebt wat zich kan voordoen, laat staan dat je de kansverdeling kent over die mogelijke toekomstige situaties.
Financiële markten worden gekenmerkt door deze fundamentele onzekerheid. Het is de reden waarom koersbewegingen zich niet of nauwelijks laten voorspellen, net zoals marktrente. De dieper liggende gedachte erachter: je kunt aan de neerslag – de koersbeweging als uitkomst van alle aan- en verkopen – niet de intenties aflezen die mensen hadden op grond waarvan ze kochten of verkochten. Het zijn die intenties die de voorspelbaarheid genereren. Maar wat gebeurt er wanneer we in staat zijn intenties te meten en zo voorspelbare patronen in data vinden, die statistisch met grote(re) waarschijnlijkheid gekoppeld zijn aan een bepaalde manier van reageren op nieuws? Dan kun je wel degelijk koersbewegingen (veel beter) voorspellen. Of welke objectieve ontwikkeling dan ook.
Smart data
Het is de enorme stap naar ‘smart data’: de koppeling van sense-data aan registratie-data die deze nieuwe wereld aan mogelijkheden openbreekt. Ik zal in de volgende blog concreter worden en dan zal ik in het bijzonder de consequenties benoemen voor interne en externe controle en governance. Er komen bijzondere uitdagingen aan voor het toezicht. Als je maar over de ‘smart data’ beschikt, kun je van elk sociaal systeem betrouwbaar voorspellen wat haar uitkomsten – welke objectief gedefinieerde kosten- of opbrengsten ontwikkeling dan ook – zullen zijn, bij ongewijzigde gedrag en cultuur. Op elke dwarsdoorsnede die je wilt. Het is stuurinformatie die cruciaal is en wordt voor bestuurders die verantwoordelijk zijn voor hoe gedrag en cultuur de continuïteit beïnvloedt.
Er ontstaan volkomen nieuwe strategische paden voor bestuur en toezicht… en voor de politiek en onze democratie…, maar dat is een ander verhaal.



  • Wil Houtzager

    Helemaal eens met Chris. Mijn voorkeur gaat uit naar de effectiviteit van gedrag in plaats van gedragsrisico. Is het gedrag effectief voor wat je wil bereiken? Dat geeft een andere dynamiek, namelijk een ontwikkelgerichte dynamiek. Hoe bereiken wij onze gezamenlijke doelen het beste? Welk gedrag leidt daar het meeste toe? Hoe ontwikkelen wij (gezamenlijk) dat gedrag? Zowel op individueel-, team- als organisatieniveau (cultuur)? Wat betreft integer gedrag ligt de basis vooral in professioneel verantwoordelijk gedrag binnen organisaties. In mijn lange samenwerking met Hoffmann Bedrijfsrecherche hebben we geleerd dat integriteitsincidenten hun oorsprong vinden in het (collectief) ontbreken van professioneel verantwoordleijk gedrag. De interventies zijn meestal gericht op het aanleren van normen en waarden door middel van integriteitsdilemma’s. De onderliggende morus op het gebied van professioneel verantwoordelijk gedrag blijft dan onaangetast.
    In onze People Analytics benadering meten wij daarom de verbanden tussen KPI’s en gedrag en maken zichtbaar op welke wijze de resultaten door de verschillende gedragspatronen worden beinvloed. Onze ervaring is dat het niet uitmaakt welke KPI je kiest, altijd zien we gedragspatronen die deze KPI in positieve dan wel negatieve zin beinvloeden. Of we het nu hebben over omzet, winst, productiviteit, sales, verzuim, verloop of integriteitincidenten.

Plaats uw reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *