Maatregelen tegen 20 luchtvaartmaatschappijen wegens misleidende green washing

08 mei 2024

Na een waarschuwing van het Europees Bureau van Consumentenverenigingen (BEUC), hebben de Europese Commissie en de consumentenautoriteiten van de EU (het samenwerkingsnetwerk voor consumentenbescherming, CPC) brieven gestuurd naar 20 luchtvaartmaatschappijen waarin zij hen wijzen op verschillende soorten mogelijk misleidende groene claims en hen verzoeken hun praktijken binnen 30 dagen in overeenstemming te brengen met het EU-consumentenrecht. Het samenwerkingsnetwerk voor consumentenbescherming, onder leiding van de Belgische Algemene Directie Economische Inspectie, de Nederlandse Autoriteit Consument en Markt, de Noorse consumentenautoriteit en het Spaanse directoraat-generaal consumentenzaken, focuste op claims van luchtvaartmaatschappijen dat de CO2-emissies van een vlucht kunnen worden gecompenseerd door klimaatprojecten of door het gebruik van duurzame brandstoffen, waaraan de consumenten zouden kunnen bijdragen door extra vergoedingen te betalen.

De autoriteiten maken zich zorgen over het feit dat de praktijken kunnen worden beschouwd als misleidende handelingen/omissies, hetgeen verboden is uit hoofde van de artikelen, 5, 6 en 7 van de richtlijn oneerlijke handelspraktijken. Van hun kant moeten de luchtvaartmaatschappijen nog verduidelijken of dergelijke claims op basis van degelijk wetenschappelijk bewijs kunnen worden onderbouwd.

De Europese Commissie en het samenwerkingsnetwerk voor consumentenbescherming (CPC) hebben verschillende soorten potentieel misleidende praktijken vastgesteld bij 20 luchtvaartmaatschappijen, zoals:

*de onjuiste indruk wekken dat het betalen van een extra vergoeding voor de financiering van klimaatprojecten of ter ondersteuning van het gebruik van alternatieve luchtvaartbrandstoffen de CO2-uitstoot kan doen afnemen of volledig kan compenseren;

*de term “duurzame luchtvaartbrandstoffen” gebruiken zonder duidelijk aan te tonen dat dergelijke brandstoffen een gunstig effect hebben op het milieu;
*de termen “groen”, “duurzaam” of “verantwoord” op absolute wijze gebruiken of andere impliciete groene claims gebruiken;
*beweren dat de luchtvaartmaatschappij evolueert naar broeikasgasneutraliteit of andere toekomstige milieuprestaties, zonder duidelijke en verifieerbare verbintenissen, doelstellingen en een onafhankelijk monitoringsysteem;
*consumenten een “calculator” aanbieden om de CO2-emissies van een specifieke vlucht te berekenen, zonder voldoende wetenschappelijk bewijs te verstrekken over de betrouwbaarheid van die berekening en zonder informatie te geven over de elementen die voor die berekening zijn gebruikt;
*consumenten een vergelijking tussen de CO2-emissies van vluchten voorstellen, zonder voldoende en nauwkeurige informatie te verstrekken over de elementen waarop die vergelijking is gebaseerd.

De Europese Commissie en de consumentenbeschermingsautoriteiten hebben de luchtvaartmaatschappijen verzocht binnen 30 dagen een antwoord te geven, met een uiteenzetting van de maatregelen die zij voorstellen om, in het kader van het EU-consumentenrecht, de bezorgdheid over hun milieumarketingclaims weg te nemen. Als de Europese Commissie antwoord heeft gekregen van de luchtvaartmaatschappijen, zal zij vergaderingen met het samenwerkingsnetwerk voor consumentenbescherming en de luchtvaartmaatschappijen organiseren om de voorgestelde oplossingen te bespreken. De Commissie zal ook toezien op de uitvoering van de overeengekomen aanpassingen. Indien de betrokken luchtvaartmaatschappijen niet de nodige stappen ondernemen om de in de brief aan de orde gestelde problemen op te lossen, kunnen de consumentenbeschermingsautoriteiten besluiten verdere handhavingsmaatregelen te nemen, waaronder sancties.

Deze actie heeft tot doel ervoor te zorgen dat de handelspraktijken in de sector luchtvervoer in overeenstemming zijn met de consumentenwetgeving van de EU, door ervoor te zorgen dat milieu claims voldoende worden onderbouwd en gecommuniceerd.

Achtergrond

Het samenwerkingsnetwerk voor consumentenbescherming (SCB) bestaat uit autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de handhaving van EU-wetgeving op het gebied van consumentenbescherming. In het kader van de verordening betreffende samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming en met de coördinatie van de Europese Commissie kunnen zij actie ondernemen om grensoverschrijdende kwesties op EU-niveau aan te pakken. Bovendien kunnen consumentenorganisaties zoals het BEUC binnen hetzelfde kader waarschuwingen over opkomende marktdreigingen sturen, zodat hun informatie rechtstreeks beschikbaar is voor de handhavingsautoriteiten. Het onderzoek werd opgestart naar aanleiding van een waarschuwing van het BEUC.

Met de Europese Green Deal heeft de Europese Commissie in 2019 haar strategisch actieplan gepubliceerd om het gebruik van duurzamere hulpbronnen te stimuleren door over te stappen op een circulaire economie, teneinde de biodiversiteit te herstellen en vervuiling terug te dringen. Bovendien is met de nieuwe consumentenagenda prioriteit gegeven aan de groene transitie, samen met de noodzaak om consumenten duidelijke en betrouwbare informatie te verstrekken over de milieueffecten van een product of dienst. De consumentenagenda schrijft ook voor ook dat consumenten beter moeten worden beschermd tegen misleidende klimaatgerelateerde claims, een praktijk die vaak “greenwashing” wordt genoemd.

De artikelen 5, 6 en 7 van de richtlijn betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt verbieden oneerlijke handelspraktijken in de vorm van misleidende handelingen en omissies. De richtsnoeren van de Europese Commissie voor de interpretatie en toepassing van de richtlijn oneerlijke handelspraktijken bevatten specifieke informatie over de milieuclaims die als misleidend moeten worden beschouwd. Ook de richtlijn inzake het versterken van de positie van de consument voor de groene transitie bevat een concrete maatregel om consumenten beter te beschermen tegen misleidende groene claims: zij verbiedt expliciet claims waarbij wordt beweerd dat een product dankzij compensatie van broeikasgasemissies een neutraal, verminderd of positief milieueffect heeft op het gebied van broeikasgasemissies en zij stelt ook vast aan welke eisen een handelaar moet voldoen als hij een claim maakt met betrekking tot toekomstige milieuprestaties van een product.

Voorts heeft de Commissie in maart 2023 een voorstel voor een richtlijn betreffende de staving en het communiceren van uitdrukkelijke milieu claims (richtlijn groene claims) gedaan, waarin bepaald is dat de lidstaten erop moeten toezien dat handelaren een beoordeling uitvoeren om uitdrukkelijke milieu claims te staven. Specifiek wat compensatie betreft, moeten handelaren transparant zijn over welk deel van hun claims betrekking heeft op hun eigen activiteiten en welk deel gebaseerd is op het kopen van compensaties.

Plaats uw reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *