Johan de Kruijf

Johan de Kruijf is universitair docent bestuurskunde aan de Radboud Universiteit. Daarnaast is hij eigenaar van Voor Raad & Bestuur waarmee hij onderzoeks- en adviesdiensten levert voor het openbaar bestuur, in het bijzonder gericht op financieel management en besturingsvraagstukken.
Johan de Kruijf

Johan de Kruijf

Docent bestuurskunde aan de Radboud Universiteit

Verwachtingenmanagement is ook risicomanagement!

26 december 2023

“Ondanks onze voortvarende en welwillende aanpak zal het bouwen van woningen met de huidige krapte op de arbeidsmarkt en de hoge bouwkosten ook een grote uitdaging vormen. Hier zullen we creatief mee moeten omgaan. Ook de discussie rondom stikstof en de afkoelende woningmarkt maken het bouwen van zoveel woningen onzeker.“ Dit is een citaat uit een begroting van een niet nader te noemen gemeente. Komt u dat ‘we’ of ‘wij’ ook zo vaak tegen in documenten van uw ministerie, provincie of gemeente of in toespraken van politici? Het straalt een vorm van daadkracht uit. ‘Wij’ als overheid gaan wel even een probleem oplossen. Of het nu om de woningmarkt, migranten of stikstof gaat maakt niet uit. Met ambities van politici is niets mis: zonder een visie op maatschappelijk te bereiken doelen komt er niets van de grond. Het gaat wringen wanneer het gaat om doelstellingen waar de desbetreffende politici hooguit een faciliterende of kaderstellende rol hebben en anderen het feitelijke werk moeten uitvoeren. Er is geen minister of wethouder die de middelen heeft om woningen te bouwen: de gemeentelijke woningbedrijven hebben we immers bij de bruteringsoperatie midden jaren negentig van de vorige eeuw op afstand geplaatst en zijn nu onderdeel van soms bovengemeentelijk opererende woningcorporaties. Zelfs al zou de desbetreffende politicus nog wel de middelen hebben, dan is de doorlooptijd tussen planvorming en realisatie vaak veel langer dan de vier jaar die de politicus tot de volgende verkiezingen is gegund. U kunt zelf bij de andere voorbeelden invullen hoe het daar gaat. Lees meer…

Johan de Kruijf

Johan de Kruijf

Docent bestuurskunde aan de Radboud Universiteit

Begroten in onzekerheid

29 september 2022

In het voorjaar schreef Binnenlands Bestuur over de onzekerheid waar gemeenten mee te maken krijgen na 2025 omdat het kabinet nog geen standpunt heeft ingenomen over de omvang van het Gemeentefonds voor de periode daarna. Inmiddels zijn de omstandigheden duidelijk veranderd. De oorlog in Oekraïne duurt voort, energieprijzen lopen op en in sommige bedrijfstakken staat het voortbestaan onder druk. Daarbij komt dat er meer en meer sprake is van personeelstekorten in brede delen van de arbeidsmarkt en ook de beschikbaarheid van grondstoffen en goederen staat onder druk. Je zou jezelf inmiddels de vraag kunnen stellen of gemeenten nog wel in staat zijn om de middelen waarover ze beschikken echt uit te geven aan de geplande taken vanwege al die onzekerheden. In de regel kijken overheidsorganisaties niet veel verder dan regeer- en coalitieakkoorden, met de kanttekening dat vanuit de planbureaus vaak wel over lange termijn perspectief wordt nagedacht. Denk aan bijvoorbeeld rapporten van de WRR over de houdbaarheid van de zorg of houdbaarheid van overheidsfinanciën van het CPB. In het gemeentelijk begrotingsproces lijkt de paragraaf weerstandsvermogen de belangrijkste kapstok te zijn om over onzekerheid te rapporteren. Daar zijn de nodige kanttekeningen bij te plaatsen, zie bijvoorbeeld de bijdragen van prof. Boorsma in BNG Magazine. De vraag is of enkel de focus op weerstandsvermogen, risicohouding en -cultuur en financiële kengetallen voldoende is om bestuurlijk grip te krijgen op de onzekerheden waar gemeenten mee te maken krijgen. Lees meer…

Johan de Kruijf

Johan de Kruijf

Docent bestuurskunde aan de Radboud Universiteit

Uitponden als risico bij energietransitie

08 februari 2022

Eind januari stond in De Gelderlander een artikel over het in het regeerakkoord opgenomen voorstel om bewoners van corporatiewoningen kooprecht te geven. Woningcorporaties zijn daar niet enthousiast over, onder andere omdat er vragen zijn over de verwachte effecten op doorstroming en het dalend aantal corporatiewoningen dat dan overblijft voor de doelgroep. In diezelfde week was ik op werkbezoek bij een aantal woningrenovatieprojecten. Voordat een corporatie met woningrenovatie mag beginnen is instemming van 70% van de huurders nodig. Dat lukt in de meeste gevallen na een goede voorbereiding wel. Dat is anders wanneer in het te renoveren complex sprake is van meerdere eigenaren, meestal de woningcorporatie als verhuurder en een aantal particuliere eigenaren die op enig moment een woning van de verhuurder hebben gekocht. Wanneer de particuliere eigenaar niet mee wil doen aan de renovatie, dan rest de woningcorporatie twee alternatieven: niets doen of alleen de eigen woningen aanpakken. Dat is precies het beeld dat ik tegenkwam bij mijn werkbezoek. Mooi gerenoveerde woningen in een rijtje van vier  maar in de desbetreffende wijk was zeker in een kwart van de gevallen sprake van rijtjeswoningen waarbij er tenminste één niet is gerenoveerd. Het verschil is direct zichtbaar: gerenoveerde, goed geïsoleerde woningen met een, ten opzichte van de niet gerenoveerde woningen, hoger dak. Met twee gevolgen: ten eerste daalt de verkoopwaarde van de niet gerenoveerde woning en ten tweede maakt de woningcorporatie extra kosten om de aansluiting tussen wel en niet gerenoveerde woningen in stand te houden.  Lees meer…

Johan de Kruijf

Johan de Kruijf

Docent bestuurskunde aan de Radboud Universiteit

Erfpacht als vorm van maatschappelijk risicomanagement?

02 november 2021

Nederland kent op dit moment een woningtekort van circa 300.000 woningen en de planning is dat er in totaal nog circa 1 miljoen huizen bij zouden moeten komen. Tegelijkertijd is er onzekerheid over de bevolkingsontwikkeling: gaat die echt groeien of blijft die min of meer stabiel? Ook is er onduidelijkheid over het vraagstuk van kwalitatieve woningbehoefte: eengezinswoningen, meergezinswoningen, levensloop bestemming, groter of kleiner? Kortom veel onduidelijkheid op de woningmarkt. Bovendien is er een breder vraagstuk rondom grondgebruik: ook landbouw en bedrijven vragen ruimte. Klassiek bouwen betekent voor de lange termijn bouwen. Dat betekent dat wanneer de ruimte eenmaal is bezet het moeilijk is om te herstructureren, ook wanneer er duidelijk sprake lijkt te zijn van structurele leegstand of niet passend aanbod. Bij flexibeler bouwen is herstructurering in theorie wel mogelijk, maar dat veronderstelt wel dat er dan sprake is van een gelijkwaardig verdienmodel voor het onderliggende grondgebruik: grond teruggeven aan de natuur is voor een private eigenaar een verliesgevende aangelegenheid. Dat geldt al voor agrarische grond, maar des te meer voor grond waar een bestemming voor bebouwing op ligt omdat voor die grond de prijzen wezenlijk hoger liggen dan voor landbouwgrond. Hier zit het verdienmodel van de projectontwikkelaars. In theorie hebben gemeenten via de wet voorkeursrecht gemeenten de mogelijkheid om het eerste recht van koop voor een bepaald gebied vast te leggen. Het huidige grondbeleid van gemeenten is veelal passief en faciliterend waardoor er alle ruimte is voor de markt om strategische grondposities op te kopen en zo een sterke onderhandelingspositie richting gemeente maar ook potentiële kopers zijn daarmee afhankelijk van die partijen.  Lees meer…

Johan de Kruijf

Johan de Kruijf

Docent bestuurskunde aan de Radboud Universiteit

Tijd voor een ‘Bad Bank’ Belastingdienst?

18 maart 2021

Begin maart 2021 meldde het Tax Justice Network dat Nederland op de vierde plaats van landen die als belastingparadijs kwalificeren staat. Dat Nederland fiscaal op zijn zachtst gezegd vriendelijk is voor multinationals is al vaker aangekaart. Tegelijkertijd is er een dubbele moraal want de verontwaardiging was hoog toen bleek dat NS Financial Services wegens fiscale redenen in Ierland was gevestigd. Zoals de Toeslagenaffaire laat zien is de belastingwetgeving en de uitvoering daarvan in relatie tot de burger als belastingplichtige zodanig rigide dat de menselijke maat uit het oog is verloren. Kortom de Belastingdienst en het onderliggende fiscale beleid staan volop in de schijnwerpers. In meer algemene zin zijn er ter voorbereiding op de komende kabinetsformatie de nodige rapporten verschenen waarin nadrukkelijk de oproep staat om het belastingstelsel na ruim 20 jaar opnieuw grondig op de schop te nemen. Jan Donders en Flip de Kam publiceerden recent een bundel ‘Geven en nemen’ waarin zowel problemen als oplossingsrichtingen voor het belastingstelsel zijn benoemd. Aantrekkelijke voorstellen, zij het dat er een hele belangrijke randvoorwaarde is: de Belastingdienst moet het wel ‘aankunnen’. De staatssecretaris van Financiën erkent dat ook en stelt dat verbetering van de systemen van de Belastingdienst nog wel enige jaren in beslag zal nemen. Lees meer…

Johan de Kruijf

Johan de Kruijf

Docent bestuurskunde aan de Radboud Universiteit

WMO: koekoeksei op punt van uitkomen?

26 oktober 2020

De komende weken buigen gemeenteraden zich over de begroting 2021-2024. Er is veel onzekerheid als gevolg van de COVID-pandemie en ook vanwege de mogelijke doorwerkingen van een eventuele aanpassing van het verdeelstelsel voor het gemeentefonds. Frank Kalshoven sprak recent in De Volkskrant over het koekoeksjong van de zorg waarmee hij vooral de automatische verhoging van budgetten voor kwaliteitsverbetering op de hak nam: volgens hem een verschijnsel dat in andere delen van het openbaar bestuur niet zo is geregeld. Een koekoeksjong is zichtbaar, een ei in een nest valt minder op. Vandaar in deze blog de schijnwerper op het koekoeksei in relatie tot de gemeentefinanciën. Het thema van de decentralisatie van jeugdzorg en maatschappelijke ondersteuning zal de meeste lezers bekend in de oren klinken. Geleidelijk aan komt er meer informatie beschikbaar over wat wel en niet werkt bij de decentralisaties en zijn trends te signaleren. Zo doen de grote gemeenten het relatief goed waar het gaat om de lasten voor de jeugdzorg, terwijl de gemeenten onder 100.000 inwoners opvallen door de relatief hoge lasten voor de maatwerk-WMO voorzieningen (zie tabel).  Lees meer…

Johan de Kruijf

Johan de Kruijf

Docent bestuurskunde aan de Radboud Universiteit

Backup in de zorg: Naar een Korps Medische Reserve?

24 april 2020

In mijn dagelijkse werkzaamheden komen vraagstukken rondom curatieve zorg niet al te veel aan de orde. Natuurlijk hebben ook zorginstellingen te maken met min of meer universele bedrijfseconomische concepten. Maar het werkveld zorg kom ik niet dagelijks tegen. Wel weet ik vanuit mijn kennis over verzelfstandigingen dat er tot 2010 een afzonderlijk zelfstandig bestuursorgaan bestond dat besliste over nieuwbouw en verbouw van ziekenhuizen en de bijbehordende bekostiging. Tegenwoordig zijn ziekenhuizen zelf verantwoordelijk voor bouw en financiering, waarbij een zekere collectieve garantstelling voor de financiering bestaat. Daarnaast is er de trend om onder druk van kostenbeheersing de ligduur van patiënten in ziekenhuizen te reduceren. De meest recente CBS cijfers op dit punt laten een daling van de ligduur met circa 20% zien ten opzichte van 2005. (*1)  Onder invloed van deze ontwikkelingen kwamen in de afgelopen jaren de ziekenhuizen in de publiciteit omdat de continuïteit van de organisatie in gevaar kwam. Vorige week zag ik een berichtje op Teletekst dat minister De Jonge had besloten om het laatste restant van het Nederlands Vaccin Instituut – in 2003 afgesplitst van het RIVM – in Bilthoven toch maar niet te verkopen. Op de nieuwssite Investico is daar een uitgebreid artikel over te lezen. Wat is de relevantie hiervan zult u zich afvragen? Toen het Covid-19 virus zich nog leek te beperken tot Brabant en Limburg was het ziekenhuis in Uden nadrukkelijk in beeld als een van de instellingen waar de druk op de capaciteit zodanig groot was dat allerlei noodmaatregelen genomen moesten worden. Dit ziekenhuis staat zich er op voor om zorg zo te organiseren dat er meer kwaliteit door minder zorg wordt gerealiseerd. Als een ziekenhuis door slim organiseren betere zorg kan leveren, dan is dat goed voor alle partijen. Maar is onze zakelijke benadering van zorgverlening wel altijd de maatschappelijk optimale keuze?   Lees meer…

Johan de Kruijf

Johan de Kruijf

Docent bestuurskunde aan de Radboud Universiteit

Bouwen in instabiele tijden

19 februari 2020

Vlak voor de herdenking van de Watersnoodramp van 1953 publiceerde de Financial Times een artikel onder de kop: ‘Can the Dutch save the world from the danger of rising sealevels?’, een lofzang op ‘ons’ preventieve en eeuwenoude watermanagement beleid. In het artikel worden ook twijfels geuit of Nederland in de huidige vorm de strijd tegen het water op lange termijn kan winnen. Ongeveer een maand eerder publiceerde de Wageningen Universiteit een rapport over hoe Nederland er ruimtelijk uit kan zien in de context van een stijgende zeespiegel. Ook in dat rapport opmerkingen dat de huidige ruimtelijke inrichting van Nederland niet overal in stand kan blijven. Eveneens eind januari meldt het kabinet trots dat de beoogde doelstelling van 75.000 nieuwbouwwoningen in 2019 is gehaald als tenminste de tot woningen omgekatte kantoren worden meegeteld. Tegelijkertijd is er somberheid over het halen van die doelstellingen in de komende jaren en hangt op sommige plaatsen zelfs een vrij unieke aanwijzing voor een bestemmingsplan boven de markt. Alles is er op gericht om de moderne woningnood zo snel mogelijk aan te pakken. Maar wacht eens even: hoe verhoudt zich dat dan tot lange termijn perspectieven?   Lees meer…

Johan de Kruijf

Johan de Kruijf

Docent bestuurskunde aan de Radboud Universiteit

Vous maintiendrez !?

07 januari 2020

In de Staat van de Rijksverantwoording 2018 staat de Algemene Rekenkamer nogal nadrukkelijk stil bij zorgen over de continuïteit van dienstverlening in uitvoeringsorganisaties. Het is nogal wat wanneer de Algemene Rekenkamer zich afvraagt of er niet extra geld moet naar daar ‘… waar de uitvoering aanloopt tegen de grenzen van wat mogelijk is?’ (p.7). En toen moest het hoogtepunt in de uiterst pijnlijke toeslagenkwestie bij de Belastingdienst nog komen. Hebben we hier te maken met een typisch probleem van het Rijk en de nationale uitvoeringsdiensten of zouden lokale bestuurders zich de waarschuwingen van de Algemene Rekenkamer ook moeten aantrekken? Ook lokale besturen hebben de afgelopen jaren door de crisis veel moeten bezuinigen. Daar kwam vervolgens de druk van de overschrijdingen bij de nieuwe zorgtaken bovenop. Anders dan het Rijk hebben lokale besturen nauwelijks extra middelen om nu herstel-investeringen te doen omdat de inkomsten slechts zeer indirect profiteren van de aantrekkende economische groei.  Lees meer…

Johan de Kruijf

Johan de Kruijf

Docent bestuurskunde aan de Radboud Universiteit

Staatsdeelneming TenneT: Wie zijn billen brandt moet de kansen pakken

26 september 2019

Half september 2019 publiceerde de minister van Financiën antwoorden op kamervragen van de heer Nijboer (PvdA) over de investeringsplannen van TenneT. In de pers kwam vervolgens vooral het onderzoek naar een mogelijke (deel)privatisering van TenneT naar voren. We moeten de uitkomsten van dat onderzoek uiteraard afwachten, maar dat de minister deze optie openhoudt roept toch op zijn minst vraagtekens op. U herinnert zich vast nog wel de paniek die ontstond toen KPN mogelijk zou worden overgenomen door AmericaMovil in 2013. Op stel en sprong werden constructies bedacht die moesten borgen dat het vaste KPN-net voor Nederland behouden zou blijven. Dat net behoort tot de vitale infrastructuur van Nederland. TenneT is de beheerder van het hoofd elektriciteitsnet. Tot enkele jaren terug was dat min of meer een ‘business as usual’ model waar beheer en onderhoud centraal stonden. Vervolgens kocht TenneT in 2009 zich met instemming van het parlement in in het Duitse hoogspanningsnet. Goed voorbeeld van internationale samenwerking zou u zeggen en het net blijft nog steeds in handen van de publieke sector. Dat was vóór de Duitse ‘Energiewende’ in 2011 die er toe leidde dat er meer windenergie moet worden opgewekt. Gevolg: TenneT wordt verantwoordelijk voor capaciteitsverhoging van het Duitse net om de stroom op de goede plaats te krijgen. Lees meer…