AI-technologie maakt wereldwijd een opmars op de werkvloer. IT-leiders geloven sterk in het potentieel om productiviteit te verhogen en repetitieve taken te automatiseren. Toch blijkt uit recent onderzoek dat hun digitale infrastructuur vaak niet klaar is voor grootschalige AI-toepassingen. Tegelijkertijd blijft het vertrouwen van werknemers in AI, met name in Nederland, opvallend laag.
Dat blijkt uit twee grootschalige onderzoeken: het rapport Reinventing Workplace Productivity van Lenovo onder 600 IT-leiders, en de Wereldwijde Vertrouwensmonitor van de Universiteit van Melbourne en KPMG onder 48.000 mensen wereldwijd, waaronder Nederlanders.
IT-structuren remmen AI-potentieel
Volgens het Lenovo-onderzoek denkt 79% van de IT-leiders dat AI werknemers helpt zich te richten op werk met meer impact. Toch vindt minder dan de helft dat hun huidige digitale werkplek hier voldoende aan bijdraagt. Slechts 36% stelt dat hun digitale omgeving medewerkers effectief ondersteunt in betrokkenheid, samenwerking en toegang tot informatie.
De oorzaak? Verouderde IT-infrastructuren en gebrek aan flexibiliteit. Maar liefst 89% vindt dat een herziening van de digitale werkplek noodzakelijk is om AI echt tot zijn recht te laten komen. Zonder die upgrade dreigt de kernbelofte van AI – ruimte maken voor creativiteit, innovatie en strategisch denken – niet waargemaakt te worden.
Vertrouwen blijft achter – vooral in Nederland
Tegelijkertijd blijkt uit het internationale KPMG-onderzoek dat het vertrouwen in AI wereldwijd toeneemt, maar dat Nederland achterblijft. Slechts 33% van de Nederlanders vertrouwt AI, tegenover 46% wereldwijd. Dit lage vertrouwen contrasteert met het feit dat 58% AI regelmatig gebruikt, zowel professioneel als privé.
De zorgen zijn groot: 85% van de Nederlanders noemt negatieve gevolgen van AI een belangrijke zorg. Denk aan onnauwkeurige resultaten, verlies van controle, privacyschendingen en online desinformatie. Zo geeft 72% aan onzeker te zijn over de betrouwbaarheid van online informatie, iets wat wereldwijd minder speelt.
Vraag naar regulering en educatie groeit
Wat kan dit vertrouwen versterken? Volgens de onderzoekers vooral heldere regels en betere voorlichting. 82% van de Nederlanders zou AI meer vertrouwen als het gebruik ervan goed gereguleerd wordt. Ook verlangt 85% expliciet naar wetten tegen AI-gegenereerde desinformatie. De roep om internationale samenwerking is groot, maar tegelijkertijd is 89% zich niet bewust van bestaande AI-regels. Dat toont een urgente behoefte aan educatie en vertaalslagen van bijvoorbeeld de EU AI Act naar de praktijk.
Frank van Praat, partner Responsible AI bij KPMG: “Deze wereldwijde studie bevestigt wat we eerder al in de jaarlijkse Nederlandse Vertrouwensmonitor zagen: vertrouwen in AI blijft achter bij het toenemende gebruik ervan. Wat opvalt, is dat kennis en duidelijk beleid essentieel zijn voor vertrouwen. In Nederland is er nog veel onbekendheid over bestaande AI-regelgeving, terwijl 85% van de mensen wél expliciet vraagt om wetgeving. Dat laat zien dat betere voorlichting én concrete actie nodig zijn. De EU AI Act is een belangrijke stap, maar we moeten nu vooral inzetten op de vertaling ervan naar de praktijk – zowel bij organisaties als voor burgers.”
AI op de werkvloer: gebruik stijgt, training blijft uit
AI wordt steeds vaker op de werkvloer gebruikt. Meer dan de helft van werkend Nederland past AI toe, en 61% geeft aan dat hun organisatie AI inzet. Toch is er een grote kloof tussen gebruik en ondersteuning.
-
69% zegt dat hun werkgever geen beleid heeft voor generatieve AI.
-
Slechts 24% heeft een training gevolgd.
-
49% geeft toe AI weleens te gebruiken op een manier die mogelijk in strijd is met bedrijfsbeleid.
Het gevolg: risico’s op fouten, misbruik of ongecontroleerde AI-uitkomsten. Ruim de helft vertrouwt op AI-output zonder controle (66%), en 56% heeft fouten gemaakt door verkeerd gebruik.
Menselijke controle blijft cruciaal
Ondanks de groei van AI vinden Nederlanders dat mensen altijd eindverantwoordelijk moeten blijven. 77% accepteert AI als ondersteuning bij beslissingen, maar benadrukt dat de eindcontrole bij de mens moet liggen. Dit onderstreept het belang van ethische kaders, transparante besluitvorming en duidelijke governance rondom AI.
Van potentie naar praktijk
Samenvattend: AI biedt grote kansen om werk slimmer en mensgerichter in te richten – met meer ruimte voor creativiteit, betrokkenheid en impact. Maar om die belofte waar te maken, moeten organisaties niet alleen hun digitale infrastructuur moderniseren, maar ook investeren in vertrouwen, educatie en verantwoorde toepassing. De combinatie van verouderde werkpleksystemen, gebrekkige AI-geletterdheid en een lage vertrouwensbasis – vooral in Nederland – laat zien dat technologie alleen niet genoeg is. De mens blijft essentieel: in beleid, uitvoering én controle.