Financiële sector richt zich in duurzaamheidsrapportages vooral op ‘impact’ maar laat ‘kansen’ liggen

16 juni 2025

Grote Europese banken en verzekeraars leggen in hun eerste duurzaamheidsrapportages onder de nieuwe CSRD-regels vooral de nadruk op hun impact op mens en milieu. Dat blijkt uit een recente benchmarkstudie van PwC. Financiële risico’s en zakelijke kansen blijven daarentegen onderbelicht, terwijl juist beide perspectieven verplicht zijn onder de richtlijn.

Voor het onderzoek vergeleken Kees-Jan de Vries en Daniël van Veen van PwC de rapportages van twaalf grote financiële instellingen uit Nederland en omliggende landen. De analyse brengt in kaart hoe de sector omgaat met de nieuwe ESG-verplichtingen en waar nog ruimte is voor verbetering.

Klimaat, personeel en klanten centraal

De meeste rapporten richten zich op drie thema’s: klimaatverandering, het eigen personeel en eindgebruikers. Dat is niet vreemd, want op deze gebieden hebben banken en verzekeraars de grootste invloed. Toch blijkt uit de analyse dat twee derde van de benoemde impacts, risico’s en kansen betrekking heeft op impactmaterialiteit. Dat wil zeggen: de invloed van de organisatie op de samenleving en het milieu. Slechts een derde valt onder financiële materialiteit, dus de invloed van maatschappelijke ontwikkelingen op de prestaties van de organisatie zelf.

Opvallend is dat bedrijven vooral impact benoemen, met zowel positieve als negatieve gevolgen, maar minder risico’s en vooral weinig kansen. En dat terwijl de CSRD nadrukkelijk vraagt om beide perspectieven, ook wel dubbele materialiteit genoemd.

Kansen krijgen weinig aandacht

Van alle genoemde onderwerpen gaat slechts tien procent over kansen, voornamelijk rond klimaatverandering. PwC vermoedt dat instellingen terughoudend zijn omdat het benoemen van een kans verplicht tot verdere uitwerking. Denk aan het formuleren van doelstellingen en het ontwikkelen van meetmethoden.

Risico’s worden iets vaker genoemd. Zo erkennen sommige instellingen het gevaar van waardeverlies van activa door klimaatverandering. Maar vaak blijven deze risico’s vaag. Een goed voorbeeld is het zogeheten risico van locked-in broeikasgasemissies. Daarmee worden CO2-intensieve investeringen bedoeld die in de toekomst hun waarde kunnen verliezen. Dit wordt wel gezien als risico, maar krijgt nog nauwelijks prioriteit op korte of middellange termijn.

Rapportages zijn omvangrijk en technisch

De nieuwe rapportages zijn duidelijk uitgebreider dan voorheen. Zo telde het duurzaamheidsverslag van Commerzbank meer dan 250 pagina’s, exclusief bijlagen. Tegelijkertijd zijn ze volgens PwC vaak technisch en lastig leesbaar. Ze zijn vooral bedoeld als verantwoordingsdocument en minder als toegankelijk verhaal voor een breed publiek.

Versoepeling van regels

De Europese Commissie heeft intussen voorgesteld om de CSRD te versoberen met het zogenoemde ‘Omnibus-voorstel’. Alleen bedrijven met meer dan duizend medewerkers zouden nog moeten rapporteren. Voor kleinere bedrijven wordt de verplichting uitgesteld van 2025 naar 2027.

Voor financiële instellingen kan dat lastig zijn. Zij hebben informatie van kleinere bedrijven nodig om hun eigen duurzaamheidsrisico’s goed in kaart te brengen. Tegelijkertijd is er nog veel onduidelijkheid over de interpretatie van de CSRD en de bijbehorende ESRS-standaarden. Bedrijven en accountants zoeken daarom naar meer duidelijkheid.

Vooruitgang met ruimte voor verdieping

De bevindingen van PwC maken duidelijk dat de duurzaamheidsrapportages onder de CSRD een grote stap zijn richting meer transparantie. Tegelijk laat de analyse zien dat er nog veel winst te behalen valt, vooral in het concreter maken van risico’s en het beter benutten van kansen. Dat is niet alleen nodig voor goede verslaglegging, maar vooral voor de duurzame transitie die de sector te wachten staat.

Bron: PWC

Plaats uw reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *