Criminele organisaties zijn vaak financieel gemotiveerd. Het verkrijgen en behouden van middelen speelt een centrale rol bij het in stand houden van hun activiteiten, waaronder de inkoop van middelen zoals drugs en wapens, en het inzetten van personen voor de uitvoering van illegale handelingen. Om deze structuren te verstoren, zet demissionair minister Van Weel van Justitie en Veiligheid in op het tegengaan van criminele verdienmodellen. Daarnaast benadrukt hij het belang van het beschermen van de integriteit van de Nederlandse samenleving, onder andere door te voorkomen dat criminele vermogens kunnen leiden tot ongewenste invloed of machtsposities.
Van Weel: “Het afpakken van vermogen is een belangrijk middel om criminele verdienmodellen te doorbreken, maar lang niet het enige. We moeten met een samenhangende en flexibele aanpakcriminelen het zeer moeilijk zo niet onmogelijk maken om geld te verdienen, te verplaatsen en te gebruiken.”
De afgelopen jaren heeft het Openbaar Ministerie (OM zijn doelstellingen rond het leggen van beslag op crimineel vermogen ruimschoots behaald. In de komende periode wordt ingezet op uitbreiding van deze activiteiten, mede via samenwerking met andere landen. Ook de FIOD en de politie richten zich actief op het opsporen van criminele vermogens in het buitenland. Nieuwe Europese wetgeving biedt binnenkort de mogelijkheid om illegaal verkregen vermogen in beslag te nemen zonder voorafgaande veroordeling. Dit kan van belang zijn in zaken zoals de vordering van €221 miljoen op Jos Leijdekkers.
De minister heeft de samenwerking met betrokken instanties geïntensiveerd om witwasconstructies effectiever aan te pakken. Een belangrijk aandachtspunt zijn informele financiële systemen, zoals ondergrondse bankierspraktijken. Uit ontcijferde communicatie blijkt dat crimineel vermogen regelmatig wordt verplaatst via cash- en cryptotransacties binnen zulke systemen. Dit staat hoog op de agenda van nationale én internationale opsporingsdiensten.
Op 10 juni heeft de Eerste Kamer ingestemd met een wetsvoorstel dat contante betalingen boven de €3000 voor goederen verbiedt. Hiermee willen de ministeries van Financiën en Justitie en Veiligheid het witwassen van geld via de aankoop van luxe goederen tegengaan. Tegelijkertijd wordt gewerkt aan een meer risicogerichte aanpak van het anti-witwasbeleid. Doel hiervan is om de nalevingsdruk vooral bij risicogroepen te leggen, terwijl bonafide burgers en ondernemers minder hinder ondervinden.
Versterking van de maatschappelijke weerbaarheid
In samenwerking met partners binnen de aanpak van ondermijning worden stappen gezet om Nederland weerbaarder te maken tegen georganiseerde criminaliteit. Sinds maart 2025 is het bijvoorbeeld mogelijk om havenpersoneel bij een VOG-aanvraag te screenen op eerdere betrokkenheid bij georganiseerde (drugs)criminaliteit, om ongewenste toegang tot havengebieden te voorkomen. Ook zijn in sectoren zoals de agrarische en vastgoedbranche vertrouwenspersonen aangesteld, zodat ondernemers laagdrempelig verdachte situaties kunnen bespreken.
De campagne ‘Houd misdaad uit je buurt’ heeft een positief effect gehad: tijdens de campagneperiode steeg het aantal meldingen met 29% ten opzichte van dezelfde periode het jaar daarvoor. In de zomer van 2025 volgt een vervolgcampagne onder de naam ‘Vreemd of verdacht’.
Van Weel: “Nederland heeft als handelsland internationaal een unieke positie als knooppunt in logistiek, transport, financiële dienstverlening en digitale infrastructuur. Die unieke positie maakt ons land ook interessant voor criminelen. Georganiseerde criminaliteit houdt zich niet aan grenzen. Door samen te werken met landen om ons heen maken we zowel lokaal, nationaal als internationaal een vuist tegen ondermijning door georganiseerde criminaliteit.”
Nederland speelt hierin ook op Europees niveau een actieve rol. Zo is het land mede-initiatiefnemer van de zogenoemde C7-coalitie, waarin zeven landen samenwerken in de strijd tegen georganiseerde criminaliteit. Deze coalitie heeft bijgedragen aan de totstandkoming van de Europese veiligheidsstrategie die de Europese Commissie op 1 april 2025 presenteerde.
Bron: Rijksoverheid