De Wet bescherming klokkenluiders is te onduidelijk en voldoet niet aan de eisen van de Europese richtlijn, stelt Lotte Rooijendijk, projectleider bij Transparency International Nederland. De wet zou te beperkt zijn en biedt onvoldoende bescherming aan klokkenluiders, die een essentiële rol spelen in de strijd tegen corruptie.
Uit onderzoek van Association of Certified Fraud Examiners (ACFE) blijkt dat klokkenluiders verantwoordelijk zijn voor het onthullen van 43 procent van alle fraudezaken wereldwijd (in vergelijking: controlerende accountants ontdekten 3 procent). Dit maakt klokkenluiders de belangrijkste bron om verborgen zaken als corruptie en fraude te onthullen. “Openheid en transparantie zijn cruciaal om corruptie te bestrijden, en klokkenluiders spelen daarin een sleutelrol,” vertelt Lotte Rooijendijk, projectleider bij Transparency International Nederland (TI-NL).
Maar de bescherming van klokkenluiders laat te wensen over. “Voor 80 procent van de klokkenluiders heeft het maken van een melding negatieve gevolgen voor hun werk en inkomen. Bijna de helft ervaart zelfs ernstige gevolgen voor hun persoonlijke leven en dat van hun gezin,” stelt Rooijendijk. Daarom zet ze zich actief in voor betere wettelijke bescherming en ondersteuning van klokkenluiders.
Criteria Wet bescherming klokkenluiders
Rooijendijk maakt zich zorgen over de huidige stand van zaken omtrent de bescherming en ondersteuning van klokkenluiders in Nederland. “Er staan zeker een aantal zaken in die een verbetering zijn ten opzichte van de vorige wet, zoals de omkering van de bewijslast en de uitbreiding van de beschermende. Maar toch steekt de wet mager af bij de verwachtingen die wij hadden en voldoet die bovendien niet aan alle eisen uit de EU-richtlijn.”
Een van de grootste knelpunten is de definitie van ‘maatschappelijk belang’, die te vaag is en voor onduidelijkheid zorgt. Het maatschappelijk belang zou in de Wet bescherming klokkenluiders (Wbk) in het geding zijn als “de handeling of nalatigheid niet enkel persoonlijke belangen raakt en er sprake is van ofwel een patroon of structureel karakter dan wel de handeling of nalatigheid ernstig of omvangrijk is”. TI-NL bekritiseert de nadruk die de Wbk legt op de structurele aard bij misstanden.
“Hoe vaak moet iets plaatsvinden voordat het wél onder de Wet bescherming klokkenluiders valt?”, vraagt Rooijendijk zich af. Het is volgens haar moeilijk in te schatten of de melding van potentiële klokkenluiders onder de wet valt. Hierdoor zien velen af van het melden van misstanden. Het zogenaamde ‘maatschappelijk belang’ geldt bovendien niet altijd in de private sector. Een fabrieksdirecteur die zijn collega/minnares bevoordeelt zou immers geen maatschappelijk belang raken, terwijl voor een lid van de rechterlijke macht of politie dat wél zo zou zijn. Hierdoor ontstaat rechtsongelijkheid tussen de private en publieke sector, wat haaks staat op het streven naar gelijke behandeling.
Huis voor Klokkenluiders
Ook de rol van het Huis voor Klokkenluiders (hierna: het Huis) baart zorgen. TI-NL betwijfelt of het Huis, met zijn advies-, onderzoeks- en preventietaken en mogelijk toekomstige sanctiebevoegdheden, voldoende onafhankelijk en onpartijdig kan opereren. Zo vereist de adviesfunctie dat het Huis achter de klokkenluider staat, terwijl de onderzoeksfunctie juist gericht is op het beoordelen van de feiten binnen de organisatie waar de melding over is gedaan.
TI-NL had liever gezien dat de onderzoeksfunctie was ondergebracht bij bestaande autoriteiten, zoals de politie of de FIOD. Deze instanties beschikken over meer expertise, capaciteit en slagkracht om misstanden te onderzoeken en eventueel te sanctioneren. Het Huis voor Klokkenluiders kan op dit moment enkel een geanonimiseerd rapport publiceren, wat volgens Rooijendijk weinig impact heeft.
Aankloppen bij coalitie is lastig
De veranderende relatie tussen TI-NL en de regering draagt bij aan de bezorgdheid bij Rooijendijk. TI-NL heeft vooral contact met de oppositiepartijen, maar volgens Rooijendijk “zijn de deuren voor organisaties zoals TI-NL met de nieuwe regering wat meer gesloten”. Zo liggen er plannen voor de Wet transparantie maatschappelijke organisaties, die volgens Rooijendijk een “flinke last” legt op organisaties als TI-NL. De ngo ontvangt geen financiering van de overheid. Daarnaast overweegt de regering om de aftrek van giften voor maatschappelijke organisaties en ngo’s te beperken. Dit zijn volgens Rooijendijk allemaal signalen dat de overheid minder waarde hecht aan de input van maatschappelijke organisaties.
Desondanks blijft TI-NL zich inzetten voor een betere bescherming van klokkenluiders, omdat zij onmisbaar zijn in de strijd tegen corruptie en klokkenluiders adequate bescherming en ondersteuning verdienen. De organisatie blijft zich hard maken voor een daadkrachtige Wet bescherming klokkenluiders die voldoet aan de eisen van de EU-richtlijn en klokkenluiders daadwerkelijk bescherming en zekerheid biedt.