Caroline Raat
Op 11 november 2019 werd het langverwachte advies van de Nationale ombudsman over de toekomst van het Huis voor Klokkenluiders openbaar gemaakt. En het Huis kondigt in zijn persbericht aan er blij mee te zijn. Dat is ook niet verwonderlijk, omdat het aansluit op wat alle deskundigen al jarenlang adviseren. Namelijk de nadruk leggen bij onderzoek naar misstanden, en vooral niet de belangen van melders behartigen. Dat is namelijk iets anders dan ‘advies en bijstand’. Het Huis moet hét kennisinstituut in Nederland over integriteit worden. Dat wordt tijd. Integriteit is namelijk momenteel een speelbal van de ‘integriteitsindustrie’: zonder duidelijk beeld van wat een integriteitsschending, laat staan een ‘maatschappelijke misstand’ is, én zonder garanties voor onafhankelijk onderzoek houden zich hiermee diverse onderzoeksbureaus en zelfs advocatenkantoren ermee bezig.
In deze bijdrage leg ik uit dat het goed is dat ook de rechtswetenschap op een gestructureerde manier met het onderwerp aan de slag gaat. Was dit eerder het geval geweest, dan was de huidige wet, en dus de positie van melders, een stuk beter geweest.
Recht en integriteit: een moeizame relatie
Recht en integriteit hebben alles met elkaar te maken, maar hebben ook een moeizame relatie. Integriteit is immers het domein van de ethiek, van waarden, deugden en beginselen. En die zijn weliswaar volgens sommige stromingen in de rechtsfilosofie onderliggend aan het recht, maar niet op regelniveau in de wet vastgelegd. Aangezien de rechtspraktijk (waaronder de rechtspraak) vast moet houden aan wat er in dit ‘positieve’ (=geldende) recht staat, is het incorporeren van rechtsbeginselen zoals het verbod op ‘détournement de pouvoir’ al een moeizaam proces van eeuwen geweest. Volgens de oudere literatuur vonden juristen deze “ethische tendensen” maar een gevaarlijk hellend vlak: het is het gebied van de smaak en de meningen, en niet van wetten. In het huidige positieve recht zijn er veel plekken aan te wijzen waar integriteit en het voorkomen van willekeurig machtsmisbruik worden bevorderd. Te beginnen bij de Grondwet, maar ook de Algemene wet bestuursrecht, het arbeidsrecht, huurrecht en regels voor de governance van bedrijven.
Het recht wordt niet alleen door juristen, maar ook door anderen vooral gezien als een beperking van buitenaf, en integriteit als iets dan van binnenuit komt. Een andere opvatting is dat integriteit en recht ‘hetzelfde’ zijn: van een mens – ook als professional – kan niet meer worden verwacht dan dat hij volgens de wet handelt. Beide opvattingen, die in elk geval in de praktijk worden gehuldigd, maken dat juristen integriteit niet als integraal onderdeel van hun vakgebied zien, maar als ‘vaag’ aspect waar soms naar gekeken moet worden.
Met name het arbeidsrecht houdt zich hiermee bezig, en dan nog vooral waar het gaat om ontslag- en sancties als iemand zich niet ‘als een goed werknemer’ heeft gedragen. De rechtspraak in zowel het ambtenarenrecht als het civiele arbeidsrecht is casuïstisch: er valt moeilijk een lijn in te ontdekken en er heeft zich geen overzichtelijke canon gevormd van wat in arbeidsrechtelijke zin als ‘integer’ wordt beschouwd.
In meer beleidsmatige zin houden ook HR-specialisten (waaronder zich juristen bevinden) zich met integriteit bezig. Bijvoorbeeld met het maken van gedragscodes en regelingen voor het melden van misstanden (klokkenluidersregelingen). Wat opvalt in vrijwel al deze regelingen is dat niet goed is gedefinieerd wat een ‘meldwaardige misstand’ is. De positie van vertrouwenspersonen is niet altijd goed vastgelegd. De huidige Wet Huis voor klokkenluiders biedt hiervoor weinig houvast. Er is op dat punt dus bijzonder weinig rechtszekerheid. Ook is er weinig aandacht voor mogelijke ‘incompatibiliteiten’: is het wel handig dat de afdeling HR, HR-advocaten en door HR ingeschakelde recherchebureaus zich met een melding bemoeien? Volgens het Huis in elk geval niet
Op terreinen als het strafrecht en de Wet Bevordering integriteitsbeoordeling door het openbaar bestuur zien we ook dat recht en integriteit dicht tegen elkaar aanliggen. Echter, ook daar worden wetsovertreding en integriteitsschending of -risico met elkaar vereenzelvigd. Het punt is echter dat ‘wet en integriteit’ en ‘recht en integriteit’ niet hetzelfde zijn. Je kunt heel goed binnen de lijntjes kleuren en toch twijfelachtig handelen. Hebben we het over professionele integriteit, dan gaat het vooral over hoe iemand met zijn macht of bevoegdheid omgaat. Dat is niet alleen een kwestie van moraal, maar vaak ook van recht, en de combinatie ervan. Meer lezen?
Recht en integriteit: een functioneel rechtsgebied
Hoewel er op diverse plekken de nodige aanzetten zijn gegeven, ontbreekt het aan een structurele benadering van integriteit (en het voorkomen van schending ervan) in de rechtswetenschap. Binnen diverse rechtsgebieden wordt het beschouwd als een van de aspecten, en in sommige rechtsgebieden wordt er met een boog omheen gelopen omdat het te ongrijpbaar, normatief of niet-positief wordt geacht. Of er wordt naarstig gezocht naar andere bewoordingen om het maar niet over integriteit als juridisch begrip te hebben. Enkele modewoorden: governance en responsiviteit in het recht. Klassiekers zijn behoorlijkheid, (horizontale werking van) grondrechten, en natuurlijk de aloude civielrechtelijke redelijkheid en billijkheid. Ook daar is wat onder deze vage normen moet worden verstaan vooral ‘rechtersrecht’ en ‘ombudsprudentie’. Daar is niets mis mee, maar er ontbreekt eenheid, overzicht en dus rechtszekerheid.
Mijn voorstel is om integriteit en recht te ontwikkelen als een functioneel rechtsgebied: een juridische discipline waarin een thema of beleidsterrein vanuit verschillende rechtsgebieden integraal wordt benaderd. Dus vanuit het (organieke) staatsrecht, bestuursrecht, strafrecht, burgerlijk recht, procesrecht, arbeidsrecht, rechtspersonenrecht, sport en recht, EU-recht, etc. Op die manier kan de rechtsgeleerdheid een wetenschappelijke bijdrage leveren, omdat integriteit te belangrijk en (juridisch) complex is om het aan beleidswetenschappers, bedrijfswetenschappers, ethici arbeids- en compliance-juristen over te laten. Hun inzichten zijn echter wel cruciaal als input voor het nieuwe rechtsgebied, juist omdat integriteit meer is dan recht alleen.
Een dergelijk rechtsgebied zou in de praktijk een goede bijdrage kunnen leveren in de evaluatie van de Wet Huis voor klokkenluiders, het ontwikkelen van nieuwe wetgeving en regelingen, rechtspraak en rechtsbijstand. Het zou ook een goede bijdrage kunnen leveren in het adviseren over meldingen en misstanden, én het ontwikkelen van degelijke protocollen voor onafhankelijk onderzoek.
De auteur, Mr. Dr. Caroline Raat werkt momenteel aan een uitgave over integriteit en recht.
Raymund Schütz Reageren
Een helder artikel, dat een aanzet kan vormen om de spraakverwarring op dit gebied tot een einde te brengen.
Marc van Rooij Reageren
Integriteit is en blijft voor vele moeilijk, het zou i.d.d. goed zijn wanneer het een functioneel rechtsgebied zou worden. Hierdoor zal er meer begrip komen voor integriteit in meest brede zin.