Ongewenst gedrag met ongewenst gedrag: Regeringscommissaris, doe wat echt werkt

05 augustus 2022
Kennisbank

Caroline Raat

Uiteraard is de aandacht voor ongewenst en ander immoreel gedrag, zoals racisme, netwerkcorruptie, fraude en onethisch leiderschap goed. We kunnen er niet langer van wegkijken en denken dat dit zich niet in onze samenleving afspeelt. In dit blog vraag ik aandacht voor de onbedoelde bijeffecten van deze vergrote aandacht: charlatans en ‘wannabe’s’ vullen met graagte de behoefte aan educatie, managementadvies en onderzoek. Dat doen zij met verve, en etaleren zich graag als bestsellerauteurs, maar of zij echt deskundig zijn en hun interventies ook echt iets bijdragen, is maar de vraag. Zij geven een rooskleurig beeld van eerdere resultaten en beloven ook altijd échte verandering met een simpele interventie of een paar trainingen, maar de waarheid is dat dit lang niet altijd genoeg is.

Ongewenst gedrag en andere integriteitsproblemen zijn welhaast een hype: we kunnen de krant niet openslaan of het is zo laat. En door hypes worden charlatans aangetrokken(*1). Hypes vormen namelijk een nieuwe, ongereguleerde markt waar zij als eenoog de koning kunnen uithangen(*2). Dat maakt hen niet deskundig, en in ons egalitaire land is het ‘niet netjes’ of wordt het zelfs arrogant gevonden om te vragen naar iemands kennis en kunde. Ik roep regeringscommissaris Hamer op om hier aandacht aan te besteden. Laat haar vaststellen of advocatenkantoren onder de vergunningplicht voor persoonsgericht onderzoek vallen. Meer duidelijkheid en overheidsregulering voor het doen van onderzoek is in elk geval hard nodig. Tot slot geef ik enkele kenmerken van charlatans. Herken je ze, huur ze dan niet in. Doe ‘third party due diligence’: vraag om een disclosure statement én de ‘echte papieren’.

Vragen om papieren blijkt nodig; onlangs kwam ik iemand tegen die zich onder meer bezig houdt met het screenen van personeel. Hij beweerde op zijn website een opleiding op post HBO niveau te hebben. Bij navraag bij het opleidingsinstituut bleek dat er helemaal geen niveau aan de cursus van een paar dagen te zijn verbonden. Hiermee geconfronteerd, reageerde hij verbolgen en zei dat ‘iedereen dat in de volksmond zo noemt’. Het enige relevante papier van deze zelfbenoemde onderzoeker bleek die voor privédetective.

Dat is een volgend probleem. Veel onderzoekers op het gebied van integriteit en ongewenst gedrag weliswaar beschikken over een vergunning voor het doen van persoonsgericht onderzoek (privédetective), maar hiervoor heb je slechts een diploma op MBO-2 niveau nodig. Je haalt het met zelfstudie in een paar dagen. Uiteraard zijn er mensen met een dergelijk diploma die – vanwege andere studie of degelijke ervaring – prima onderzoek kunnen doen. Maar de vergunning en het diploma zijn echt niet voldoende om jezelf als expert op het gebied van ongewenst gedrag, fraude of andere integriteitskwesties te etaleren. Hiervoor is meer nodig. Dat je ooit zelf zoiets hebt meegemaakt, maakt je ook geen erkend expert en ook daar loopt de integriteitswereld vol mee.

Er zou dus in de wet een differentiatie worden aangebracht in soorten persoonsgericht onderzoekers: zij die ‘met een camera in de struiken liggen om vreemdgaan of bordeelbezoek in diensttijd’ te rapporteren en zij die complexe gedragingen en – voor zover dit niet een typische politietaak is – fraude onderzoeken. Dat leer je niet in een paar dagen op praktisch opleidingsniveau. Het vergunningenstelsel moet beter.

Persoonsgericht onderzoek zonder vergunning door consultants en advocaten

Serieuzer is dat veel onderzoekers zonder vergunning meer dan incidenteel persoonsgericht onderzoek doen. Zij noemen dit ‘signaalonderzoek’ of ‘cultuuronderzoek’. Echter, zodra dit onderzoek is gericht op een of meer personen – als je gegevens vergaart en analyseert, waarbij onder analyseren ook het rapporteren/opschrijven wordt verstaan. Gaat een onderzoeker de grens over van ‘laten we eens kijken of er klachten zijn of hoe de organisatie door medewerkers wordt beleefd’ naar ‘er zijn berichten over een leidinggevende en laten we daar eens induiken’, dan heb je een vergunning nodig.

Veel organisatieadviesbureaus verrichten dit soort werkzaamheden, terwijl dit volgens de minister niet mag (*3). De regeringscommissaris zou hier ook uitdrukkelijk aandacht aan moeten besteden. De wet mag op dit punt ook wel wat duidelijker zijn.Accountants mogen zonder vergunning persoonsgericht onderzoek doen omdat dit werk tot hun wettelijke taak en bevoegdheid wordt gerekend (*4). Dat geldt echter niet voor advocatenkantoren die stelselmatig worden ingeschakeld als gedragsonderzoekers (wat zij sowieso al niet zijn). Plegen zij hiermee een economisch delict?

Bestsellerauteur = expert?

Terug naar de charlatans. Er zijn mensen die vanwege hun reeds opgedane, aantoonbare deskundigheid een boek schrijven. Er zijn echter ook mensen die met het doel zich ‘expert’ te kunnen noemen een ‘managementboek’ schrijven. Meestal gaat zo’n boek over een aansprekend onderwerp – laten we zeggen: organisatiecultuur of slechte bazen – zodanig dat zij prima aansluiten bij wat lezers zelf ervaren (en willen lezen). Het boek is doorspekt met net voldoende ‘wetenschappelijke kennis’ om het enig gezag te kunnen pretenderen. Laat je zo’n boek door een echte deskundige (bijvoorbeeld een hoogleraar op het betreffende terrein), dan vertelt hij je dat de gedebiteerde kennis oppervlakkig, verouderd, te simpel of zelfs onzin is.

Dit soort boeken gaan vaak gepaard met handige lijstjes, zoals “vier bronnen van angst en drie angsten in organisaties”. Die worden gekoppeld aan theorieën en open deuren aangeboden als ‘oplossingen’, die niet echt, of zelf echt niet, aansluiten op de psychologische, sociologische en organisatiewetenschappelijke literatuur hierover. Dat is onverantwoord op het moment dat de auteur hierin zelf in het geheel niet is opgeleid – theorievorming, inclusief verantwoord onderzoek hiernaar, is een wetenschappelijke bezigheid, waar nep experts zich verre van dienen te houden. Het is dan immers niet slechts populariseren en gelezen en vergaarde literatuur opschrijven voor leken.

Zo’n boek is een opmaat naar een coaching-, opleiding- en onderzoekspraktijk. En dat lukt vaak ontzettend goed. De auteurs gaan samenwerken met mensen die wel erkende opleidingen op het terrein hebben gedaan. Ook zij hebben vaak niet door dat zij werkelijk geen letter meer weten dan zij hebben opgeschreven. Het diepgaande inzicht en echte ervaring ontbreekt en zij werken daarom vaak als one trick pony – hij vertoont één kunstje. Daar komen de echte deskundigen na verloop van tijd ook achter.

De vraag is waarom mensen hier zo makkelijk ‘intrappen’. Dat komt door de kenmerken die deze charlatans gemeen hebben. Eerder op dit platform beschreef ik hen als volgt: “Zij presenteren zich als een goeroe, scheppen op over ervaringen met certificaten en ‘registraties’ die nauwelijks iets betekenen, of – zoals onlangs bleek – niet eens bestaan. Of ze vertellen je dat ze met ‘beroemde mensen’ werken, die ze in feite alleen gebruiken om hun imago op te poetsen.” Soms is het motief een eigen ervaring met een onderwerp – dat is het soms overigens ook voor wetenschappers – soms niet meer dan een verdienmodel. In elk geval zijn charlatans geen deskundigen. Zij kunnen bijvoorbeeld – en dat lijkt mij geen slechte maatstaf – niet als gerechtsdeskundige optreden.

Wat is een deskundige?

Onlangs schreef ik met Frank Erkens een artikel over wat een deskundige volgens ons wel is: “Een deskundige heeft wetenschappelijke kennis op een specifiek vakgebied en kan alleen op dit specifieke terrein als deskundige worden beschouwd. De deskundige heeft, gelet op het analytisch karakter van onderzoek en vereisten aan rapportage, universitair werk- en denkniveau (NLQF / EQF) en minimaal een HBO masterdiploma op het specifieke vakgebied. Daarnaast heeft de deskundige vijf jaren ervaring met werkzaamheden op het specifieke vakgebied, bij voorkeur als onderzoeker of rapporteur. Bij voorkeur wordt de deskundige erkend in zijn vakgebied door publicaties of het bijdragen aan erkende opleidingen. De deskundige houdt zijn vakkennis actueel door middel van permanente educatie of vergelijkbare activiteiten, zoals publicaties of het verzorgen van opleidingen (*5).”

Een dergelijk vereiste moet, vooral omdat de impact van slecht onderzoek in zaken als ongewenst gedrag en integriteit zo groot zijn voor de beklaagde, melders en de organisatie, ook worden gesteld aan onderzoekers. Gebeurt dat niet, dan is de kans ook nog eens aanwezig dat deze in rechtszaken geen stand houden. Als iemand in zijn jeugd een bepaalde opleiding niet heeft gehad, maar wel veel relevante werkervaring, dan valt dat te compenseren met een ervaringscertificaat of – waarom niet? – een opleiding op latere leeftijd.

Hetzelfde geldt voor training en opleiding door charlatans. Je gaat toch ook niet naar een cardioloog als je auto niet wil starten? Of omgekeerd: naar de automonteur met een hartkwaal? Waarom zou je iemand met een bachelor journalistiek (zonder bijscholing of relevante werkervaring) onderzoek laten doen naar integriteitskwesties? Of iemand met een verkorte HBO lerarenopleiding of een jurist (idem dito) als docent of consultant op het gebied van agressie inhuren?

Aantrekkelijke mensen

Nou, je doet het dus wel. Een normaal mens is namelijk niet de hele dag zijn omgeving aan het afscannen op mogelijk bedrog. Hij vertrouwt anderen en dat is nu juist waar charlatans zo goed in zijn. Een charlatan is volgens de woordenboeken een snoever, windverkoper of kwakzalver. Het is soort oplichter die teert op behoeften van mensen door hen systematisch mensen te bedriegen over afkomst, vaardigheden, intenties of prestaties. Het woord wordt ook wel gebruikt voor mensen die ideeën of denkbeelden presenteren die de wetenschappelijke toets der kritiek niet kunnen weerstaan (*6).

Eerder schreef ik hierover dat charlatans (die hoog scoren op dark triad kenmerken, gecomprimeerd in de dirty dozen). Hier zijn nog meer verklikkers:
• Handig liegen ( ‘ik ben opgeleid als’ of ‘ik werk als’, echter zonder diploma, soms bestaat de hele opleiding niet) en zich hierop niet laten aanspreken.
• Oppervlakkig empathisch gedrag (‘ik begrijp het probleem volkomen, daar kunnen we wat aan doen’).
• Met de eer strijken van andermans prestaties (‘ik werkte samen met prof. X’, ‘ik was betrokken bij’ terwijl werk of betrokkenheid bleken te bestaan uit een enkel gesprek).
• Complimenteren (‘goed dat je me hebt gebeld hoor, heel dapper!’).
• Stelen en/of saboteren het werk van anderen (‘powerpoints lenen’, openlijk de ander afvallen of belachelijk maken).
• Weigeren verantwoordelijkheid te nemen voor verkeerde inschattingen en/of fouten (een betrapte ‘docent’ die zonder relevante opleiding blijft volhouden dat iets in een wet staat terwijl dat er niet staat)
• Aandacht trekken (het gesprek draait vaak om henzelf – veel eigendunk).
• Dominant, boos en anderen beschuldigen als ze worden betrapt (‘doe jij de administratie even, daar heb ik geen tijd voor hoor’, ‘je hebt me gecontroleerd, dat voelt niet goed’).
• Voeren keurmerken, registers en accreditaties op die feitelijk niets voorstellen.
• Voeren niet erkende titels achter hun naam (‘C’ voor Certified, gevolgd door het halve alfabet).
• Geven op hun website op over hun ‘jaren ervaring’, die hooguit betekent dat ze zo veel jaar geleden werkzaam zijn, maar niet op het specifieke expertiseterrein.
• Zetten op hun websites tests en vragenlijsten; na het invullen krijg je een ‘diagnose’ en het advies om ze vooral in te huren.

Herken je dit of niet, vraag altijd om een disclosure statement: welke opleiding, en specifieke ervaring en kundigheid heb je echt, en kun je daar ook de echte papieren bij leveren? Levert de betrokkene die niet of trekt hij hierover het smoezenregister open, laat dan maar zitten! Dan pleegt hij ongewenst gedrag met ongewenst gedrag.

[1] https://www.riskcompliance.biz/news/charlatans-a-risk-for-ethics-in-organisations/

[2] https://www.beslisgoed.nl/wetgeving-nodig/

[3] https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29279-93.html.

[4] https://www.accountancyvanmorgen.nl/2020/11/11/accountantskamer-geen-vergunning-recherchebureau-nodig-bij-persoonsgericht-onderzoek/#:~:text=Voor%20het%20(laten)%20uitvoeren%20van,voorzitter%20van%20de%20Accountantskamer%20geoordeeld.

[5] Erkens & Raat, De deskundige in het bestuursrecht PB 2022-5/6, nr. 74.

[6] https://etymologiebank.nl/trefwoord/charlatan

[7] https://www.riskcompliance.biz/news/charlatans-a-risk-for-ethics-in-organisations/

[8] https://www.rechtenraat.nl/misleidende-en-oneerlijke-reclame-in-de-integriteitsindustrie

Caroline Raat is blogger op dit platform. Dit is haar disclosure statement.

Plaats uw reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *