Photo: Woordvoerder Financiën, Europa en de EU, de toekomst van de euro

Nederland ‘verpoolt’. De toeslagenaffaire: incident of kanarie in de kolenmijn?

18 december 2020
Kennisbank

Caroline Raat

Het valt op in over elkaar buitelende publicaties over de toeslagenaffaire: niet alleen bestuur en ambtenarij – en de wetgever zelf, maar ook de bestuursrechter (de rechter die in zaken tegen de overheid uitspraak doet) wordt aangewezen als een van de partijen die niet goed heeft opgelet. Dat is uniek, want kritiek op de rechter is ‘not done’ in ons land. Er wordt verwezen naar een prachtige vijfde plek op een ranking die niets voorstelt. We leveren kritiek op het Poolse Constitutionele Hof, terwijl Nederland zo’n rechtsstatelijk instituut niet eens kent. Zullen we vanaf vandaag ophouden met onze zelfgenoegzaamheid en met oud-ombudsman Brenninkmeijer constateren dat de Nederlandse rechtsstaat erodeert? De toeslagenaffaire is iconisch voor wat er mis kan gaan in de rechtsstaat – waarin de burger wordt beschermd tegen de overheid. Het zou echter vreemd zijn dat dit de enige keer is dat dit gebeurt; het gebeurt veel vaker. Alleen valt dat – net als bij de ouders die slachtoffers werden van een dolgedraaid overheidssysteem – niemand op: de rechter in de laatste plaats niet. 

Mensen die nog nooit met de rechtspraak te maken hebben gehad, denken dat de rechter ‘actief’ is: zelf onderzoek doet, stukken opvraagt en die van geen van de partijen onder de indruk raakt. Dat soort rechters zijn er inderdaad – vooral kantonrechters, waar mr. Frank Visser en mr. John Reed voorbeelden van zijn.

Proefproces over gerommel met dossiers

De bestuursrechter is doorgaans echter niet actief, maar ‘leunt achterover’: hij doet het met wat de partijen voorleggen. In veel gevallen ligt de bewijslast van feiten en omstandigheden bij de burgerpartij. Een onmogelijke opgave als de overheid de stukken niet geeft en niet naar de rechter stuurt. Momenteel voer ik namens een klant hierover een principiële procedure. Het B-dossier (het procesdossier dat de overheid aan de rechter stuurt) wordt namelijk gebruikt, het A- dossier (de stukken die de burger stuurt, en alle later ingediende stukken) wordt stiefkinderlijk behandeld. Zeker als het digitaal wordt ingediend. Die stukken worden niet geordend, en vaak niet door de rechter gelezen.

Zo vernam ik pas van een eerlijke rechtbankmedewerker dat de digitale stukken, die in een rammelend systeem terechtkomen, thuis worden uitgeprint. Raakt de griffier of rechter ze daar kwijt of vergeet hij ze mee te nemen, dan halen ze het officiële dossier niet. Dat is pas een ‘level playing field’! Veel overheden en overheidsadvocaten speculeren erop dat op deze manier de overheid wel erg makkelijk gelijk krijgt. Zij laten stukken weg uit het B-dossier en laten belangrijke feiten weg onder het motto: dat ziet de rechter toch niet. En inderdaad: die ziet het niet, tenzij zijn griffier heel erg goed oplet.

In de principezaak gebeurde dat ook. Ik wees de rechter daarop diverse malen in brieven, maar die heeft de overheid er niet op bevraagd. In de uitspraak zag ik dat de stukken die ik had ingestuurd om ‘feiten’ te weerleggen, niet waren genoemd. Liggen die ook nog ergens onveilig te verstoffen bij de griffier thuis?

Een goed voorbeeld

Nog te vaak hoor ik rechters zeggen: als de burger maar gehoord is, en we hebben uitgelegd hoe het zit, dan is-ie wel tevreden. Dat is hij soms wel, maar niet als hij zeker weet dat de feiten niet kloppen en hij daarom ongelijk krijgt! In zo’n geval wil de burger echt liever een wat langere, maar wel zorgvuldige procedure.

Zoals gemeld, het kan ook goed gaan. In een zaak waarin behoorlijk wat mensen de dupe zijn geworden van een niet bona fide beleggingsbedrijf dat ook maar even de belastingen hief voor een – niet voor niets inmiddels opgeheven – overheidsinstantie en dat welgevallig failliet ging voordat die belasting terugbetaald moest worden, kregen zij lange tijd van de rechter nul op rekest: u moet niet bij de overheid zijn, maar bij de curator. Daar was dus niets meer te halen. De resultaten zijn vergelijkbaar met de ouders in de toeslagenaffaire: armoede, alles kwijt, jarenlange stress en procedures.

Tot in 2012 rechter – de huidige Nationale ombudsman – Van Zutphen dacht: dit is misschien oprekken van het wettelijke systeem, maar ik moet een paar ondernemers helpen. De overheid had volgens hem nooit met dit bedrijf in zee mogen gaan en moet wel de bedragen terugbetalen. De overheid kreeg terecht een tik op de vingers. En zo hoort het ook. Het resultaat – waarheid en rechtvaardigheid telt

Zo’n kanton-achtige rechter heeft de burger in zaken tegen de overheid dus nodig. Ook bij de Raad van State, waar de Afdeling Bestuursrechtspraak wordt bevolkt door staatsraden, die geen rechters zijn, maar (nog te vaak) een achtergrond hebben als bestuurder of bijvoorbeeld landsadvocaat. Zij hebben door deze achtergrond onbedoeld een bestuurlijke bias: zij denken in het belang van de overheid, zien niet altijd dat de overheid niet goed zijn werk doet, wat wel blijkt bij de toeslagenaffaire. Dat moet niet meer mogen.

Wat betekent dit? De rechter moet weer actief worden. Responsief – een nieuwe mode in de rechtswetenschap – is een aardig begin, maar niet genoeg. De rechter moet veel eerder op het dossier zitten, de stukken goed lezen, als er zaken ontbreken, de stukken opvragen. Dat betekent dat de rechter niet moet ‘versnellen’, zoals de rechtspraak zelf stelt, maar ‘verbeteren’.

Kwaliteit leveren in waarheidsvinding, niet dogmatisch vasthouden aan ‘ongeschreven bewijslastverdeling’. Die de extra meters lopen, niet alleen in ‘interessante zaken’, maar altijd. En vooral nimmer denken: de overheid zal wel gelijk hebben. De overheid is een gewone partij, net als alle anderen. Die met precies even veel vertrouwen en wantrouwen tegemoet moet worden getreden. Onafhankelijk en onpartijdig.

Gebeurt dat niet, dan stel ik voor dat Nederland vanaf 2021 haar grote mond houdt over Polen.

De auteur, Mr. Dr. Caroline Raat is auteur, onderzoeker en opleider op het gebied van bestuursrecht.

Foto: Renske Leijten, een van de Kamerleden, tevens lid van de parlementaire enquêtecommissie, die een belangrijke rol speelt bij de toeslagenaffaire.



  • Marja Roos en Wim Lentink

    Geachte meester Raat,

    U schrijft: “Nog te vaak hoor ik rechters zeggen: als de burger maar gehoord is, en we hebben uitgelegd hoe het zit, dan is-ie wel tevreden. Dat is hij soms wel, maar niet als hij zeker weet dat de feiten niet kloppen en hij daarom ongelijk krijgt! In zo’n geval wil de burger echt liever een wat langere, maar wel zorgvuldige procedure.”
    Zolang rechters moeten voldoen aan de prestatienormen van de overheid, zit die langere, zorgvuldige procedure er vaak niet in. Makkelijke zaken tikken immers veel meer aan dan lastige, langdurige zaken. Zo krijgt de burger geen eerlijke zaak. Ook seponeren en niet ontvankelijk verklaren verminderen de werkdruk en verhogen het aantal afgehandelde dossiers.
    Zie bijgevoegd artikel over de perverse prikkel van de prestatienorm: https://www.tubantia.nl/enschede/justitie-en-burgemeesters-in-deze-regio-willen-meer-vrijheid-kleine-kruimelaar-nu-belangrijker-dan-grote-boeven~a38e2b7b/

    Tel dit op bij het ook door u gesignaleerde bewust achterhouden/niet verstrekken/zoek laten raken/verdraaien van informatie door de overheid, weinig financiële middelen van de burger én het idee van de rechter dat de overheid het beter zal weten dus de informatie van de overheid laat prevaleren boven die van de burger en het is duidelijk hoe de vlag erbij hangt.

    Dat laat onverlet dat Polen vrijheden inperkt waaraan Nederland en de EU terecht paal en perk willen stellen.
    Wellicht kan Polen over Nederland klagen bij de EU over het feit dat in Nederland er standaard rechtgesproken wordt in strijd met artikel 6 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens: o.a. het recht op een eerlijk proces door een onafhankelijke rechter. In Nederland is er geen onafhankelijke rechter vanwege het moeten voldoen door de rechtbanken aan de door de overheid opgelegde prestatienormen.
    We zijn van plan dit bericht ook naar de Poolse ambassade te sturen.

    Met vriendelijke groeten,
    Marja Roos en Wim Lentink

  • Brenda

    Geachte,

    https://www.riskcompliance.nl/news/nederland-verpoolt-de-toeslagenaffaire-incident-of-kanarie-in-de-kolenmijn/

    Naar aanleiding van het artikel van mevr Raat wil ik graag reageren, heeft u een emailadres?

  • Prof em. Antoni Brack

    Caroline Raat heeft een goed stuk geschreven over de falende bestuursrechtspraak in de toeslagenaffaire. Mag ik er nog wat aan toevoegen? Is het niet raar dat er een afdeling bestuursrechtspraak is ondergebracht bij de adviesinstantie van de overheid? Ik wil graag in herinnering roepen dat er jaren geleden een voortreffelijk voorstel lag om de afdeling bestuursrechtspraak te laten fuseren met de CRvB en het CBB en onder te brengen bij de Gerechtshoven en cassatie bij de Hoge Raad, zodat we een gewone gang van zaken krijgen: naast privaatrecht en strafrecht bij de gewone rechterlijke macht ook het bestuursrecht. Zo bijzonder is het bestuursrecht echt niet. Zullen we dit voorstel weer van stal halen?

  • Jan S

    Zeer terecht stuk! Er zitten ook veel ex-ambtenaren in de RvS. Hoe dan ook, bestuurlijke bias druipt er vanaf. De Hongaarse rechtsstaatdeskundige gaf de kortste definitie van de rechtsstaat: ‘systeem dat burgers beschermt tegen misbruik van macht’ (NRC 5-12-2020). Dus onder meer door machtenscheiding en niet door achterhouden van vitale informatie aan burgers. Nederland is geen rechtsstaat meer, maar gedraagt zich als een (niet maatschappelijk verantwoorde) NV.

  • Anton Weenink

    De toeslagenaffaire is zeker geen incident. We schrijven 2006. Vier jaar eerder is in Nederland de zg. ”aandelen”lease affaire losgebarsten. Die affaire gaat over de circa 1 miljoen ”aandelen”leaseproducten die door een handvol banken in de jaren ervoor aan misschien wat al te argeloze burgers zijn verkocht. Schade bij die burgers: zo’n 5 miljard euro. Na eerst wat jaren procederen waarin rechters meestal volhardden in het standpunt dat er geen sprake was van misleiding of dwalingveroorzaking, komt o.l.v. oud ECB en DNB president Duisenberg een schikking tot stand die Duisenberg’s naam draagt. Een nogal mager resultaat, de allergrootste schade, de gedane inleg is en blijft verloren. Aleen een gestelde -maar nooit aangetoonde- restschuld- op de producten wordt ten dele kwijtgescholden, vaak niet meer dan voor 10%. In 2006 liggen Dexia, Leaseverlies, de VEB en de Consumentenbond, de schikking voor aan het Gerechtshof Amsterdam teneinde deze algemeen verbindend te laten verklaren. Tegen die algemeen verbindendverklaring is veel verzet (verweer). Te meer omdat bij een deel van de verweerders de wetenschap en overtuiging leeft dat Dexia en rechtsvoorganger Legio-Lease en Bank Labouchere de aankoop van echte aandelen heimelijk (achter de schermen) verving door veel goedkopere synthetische derivatenconstructies. Dat soort derivatenconstructies waren en zijn al sinds het begin van de jaren negentig gemeengoed binnen de financiele sector. Omdat het Gerechtshof kennelijk twijfelt over de eigen deskudigheid bij de beoordeling van dit verweerpunt, benoemt het de overheidstoezichthouder, de AFM als deskundige. De vraag aan de AFM is voor geen misverstand vatbaar: onderzoek of de aandelen daadwerkelijk zijn aangekocht. De AFM stelt een team samen bestaande uit senior-toezichthouders, met een stuurgroep uit de AFM directie erboven. Feitelijk is dit AFM onderzoek echter niet een serieus te nemen (follow-the-money) onderzoek naar de geldstromen richting de aankoop van aandelen. Uiteindelijk resultaat van het onderzoek: “de AFM acht het aannemelijk dat de aandelen zijn aangekocht, maar heeft dit niet feitelijk vastgesteld”. Geen antwoord op de kernvraag maar met enig arglistig gebruik van de termen ”leveren en bijschrijven” verklaart ook het Gerechtshof de Duisenberg schikking algemeen verbindend. Met die algemeen verbindend verklaring van de Duisenberg schikking kon circa 90% van rechtmatige claims op een rechtvaardiger compensatie in de kiem worden gesmoord. En kon een miljardenbedrog in de staatsdoofpotten verdwijnen. En werd voor Dexia de deur opengehouden om voor honderden miljoenen euro aan restschulden te incasseren bij honderduizenden burgers waarvan Dexia het bestaan nimmer hoefde aan te tonen.

    Wie mocht denken dat dit alles een broodje-aap-verhaal is, verwijs ik graag naar de website van een strijdbare advocaat die dit alles voorzien van documenten beschikbaar houdt. Zie http://www.lucjurgens.nl

Plaats uw reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *