Weinig regels op de eerste plaats

09 oktober 2014

Frank van den Nieuwenhuijzen
“De opvattingen over corruptie zijn de afgelopen decennia sterk veranderd. Twintig jaar geleden was het volstrekt normaal om havenambtenaren in Kinshasa honderd dollar toe te stoppen. Immers: dan ging het lossen een stuk sneller. In onze tijd is er een complete industrie gebouwd rond het begrip ‘integriteit’. De betrokkenen – zoals forensisch accountants en tal van adviseurs – verdienen er goed aan,” aldus Peter Wakkie.

Peter Wakkie is oud-lid van de Raad van Bestuur van Ahold. Momenteel zit de expert op het gebied van corporate governance nog in diverse Raden v Commissarissen. De bakens zijn verzet. Er zijn twee ontwikkelingen die ervoor zorgen dat corruptie vandaag hoog op de agenda staat én bovendien bestreden wordt. “Ten eerste het idee dat corruptie (toch) verwerpelijk is en ten tweede de enorme hausse aan wetgeving op dit gebied. Neem de Foreign Corrupt Practices Act (FCPA).” Wakkie ziet het nut van een juridisch toezichtkader, maar volgens hem is het te ver doorgeschoten. “Er is sprake van juridisch kolonialisme. Waarom moet de Verenigde Staten zich bemoeien met de bedrijfsvoering van een Frans bedrijf in Botswana, alleen maar omdat dit bedrijf een beursnotering heeft op Wall Street? Het gaat mij om de onevenredigheid tussen overtreding en sanctie. Zo kan 100 dollar aan een havenofficial in Afrika leiden tot een miljoenenschade. Daarbij komt: dit gebeurt allemaal onder het mom van ‘ethiek’, maar vergeet niet dat de Amerikaanse justitie al 10 miljard dollar heeft binnengehaald aan boetes.”
Integriteit is niet aangeboren
Welke beginselen moet een onderneming in acht nemen om ‘zuiver’ te opereren? “Integriteit is niet aangeboren,” stelt Wakkie. “Dat moet je leren. Bovendien: iedereen zegt wel dat hij integer is, maar integriteit bestaat alleen in een bepaalde context. Binnen de organisatie moet je die context benoemen en vastleggen in regels. Die regels moeten uiteindelijk terechtkomen in het DNA van je medewerkers.” Het eerste uitgangspunt bij het bereiken van dit ideaal: weinig regels. Vaak worden er zo veel regels gemaakt, dat niemand het nog kan volgen. Regels die niemand leest en kent, hebben geen nut. “Op de tweede plaats: train je mensen om te gaan met de regels. De interpretatie moet volstrekt helder zijn. Waar het gaat om regels, is elke judgement call er één te veel.” Rond de handhaving van de regels is de interne audit cruciaal. Als iemand de regels overtreedt, moet je ook hard optreden. “Zulke simpele principes maken het uiteindelijk ook simpel om je aan de regels te houden. Na verloop van tijd hebben mensen het gevoel dat ze hun intuïtie volgen, en niet eens zozeer een set regels.” Ten slotte pleit Wakkie nog voor een waterdichte klokkenluidersregeling. “Gewoon, voor de zekerheid.”
Voor de commissarissen of compliance officers gaat het vooral om de kwaliteit van de informatiestromen. Voor het toezicht is de juiste informatie cruciaal. Wakkie: “Die informatie moet je halen bij de bron: centraal in de organisatie. In geval van een concern zorg je als commissaris dat je veel verticale lijnen hebt, en bijvoorbeeld direct contact met de CFO’s van de dochters. Rapportages via-via werken niet altijd; er ontstaat ruis. In veel fraudegevallen speelt dit: informatie komt niet goed naar boven of wordt onvolledig doorgegeven.”
Er zijn sowieso grijze gebieden
Prof. dr. Muel Kaptein, Hoogleraar Business Ethics & Integrity Management aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam: “Ik ben het met Wakkie eens. Hoe meer regels je hebt, hoe meer mensen zich erachter verschuilen. Aan de ‘spelregels’ die Wakkie noemt wil ik er nog één toevoegen. De tone at the top is belangrijk, omdat er sowieso grijze gebieden zijn. Je moet dus altijd met elkaar in een open dialoog blijven, hoe overzichtelijk je de regelset ook maakt.”
Mr. Jan Leliveld is één van de auteurs van Ondernemen zonder corruptie. Hij is partner bij Wladimiroff Advocaten en gespecialiseerd in ondernemings- en bestuursstrafrecht. “In zijn verhaal geeft Wakkie aan dat we judgement calls moeten voorkomen. Helaas leven we in een complexe wereld. Mijn eerste punt is dan ook dat ik in mijn rechtspraktijk dagelijks judgement calls moet blijven maken, net als bijna iedereen in de financiële sector.”
Peter Wakkie: “Dat de wereld complex is, is duidelijk. En medewerkers moeten inderdaad judgement calls maken. Maar dat is juist een reden om onze wet- en regelgeving daarvan te vrij te houden. Dat kan wel degelijk. Bijvoorbeeld: schrijf op dat een bestuurder géén geschenken aanneemt, en dan zonder allerlei mitsen en maren.”
Nico Zwikker, zelfstandig compliance officer: “Vaak verzanden debatten als deze in discussies over regels. Waar is het achterliggende normbesef, en waar is de mens die het uiteindelijk moet waarmaken? Wijst de regeldrang er niet op dat we het spoor allang bijster zijn?”
Peter Wakkie: “De aanname dat het normbesef vroeger beter was dan tegenwoordig is een illusie. Volgens mij is het juist toegenomen. De klassieke, sigarenrokende directeur van vóór de oorlog was minder betrouwbaar dan de CEO van vandaag, die overal en altijd op de vingers wordt gekeken.”
Wakkie geeft nog een advies: “Maak van je regelkader een werkbaar, overzichtelijk geheel. Bij Ahold gingen we van honderd regelboeken terug naar drie; met als voorwaarde dat iedereen de resterende regels moest kennen.”
Fotograaf: Arend-Jan Hermsen



Plaats uw reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *