Vierde EU anti-witwasrichtlijn nu in Nederland geïmplementeerd

26 juli 2018
Kennisbank

Op 25 juli 2018 is de herziene Wwft in werking getreden, waarmee de vierde EU anti-witwasrichtlijn in Nederlandse wetgeving is geïmplementeerd. De aanscherpingen in de Wwft hebben gevolgen voor de instellingen die onder de Wwft vallen. In de herschreven Leidraad Wwft, Wwft BES en Sanctiewet 1977 geeft de Autoriteit Financiële Markten (AFM) nadere duiding aan de vereisten van de Wwft. De nieuwe regelgeving verplicht instellingen die onder de Wwft vallen een risicobeoordeling op te stellen van hun risico’s op witwassen en terrorismefinanciering. Belangrijke wijzigingen zijn de aanpassing van de definitie van de ultimate beneficial owner (UBO) en het feit dat geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen binnenlandse en buitenlandse politically-exposed persons (PEP’s). 
Daarnaast wordt de inrichting van een compliance- en auditfunctie verplicht, wanneer dit evenredig is aan de aard en omvang van de onderneming. Ook is er sectorspecifieke guidance aan de leidraad toegevoegd, waarin voorbeelden worden gegeven van witwas- en terrorismefinancieringsrisico’s.
Naar aanleiding van de herziening van de wet heeft de AFM de veelgestelde vragen op haar website aangevuld en aangepast. Ook zijn er voorbeelden van ongebruikelijke transacties beschreven zodat instellingen die beter kunnen identificeren. De AFM verwacht dat instellingen direct in actie komen en hun beleid en processen aanpassen aan de veranderde eisen en daarbij hun cliëntendossier aanpassen en aanvullen.
Wij hebben twee items eruit gehaald omdat die naar onze mening een behoorlijk impact kunnen hebben, zoals deze voor financiële instellingen;
De aanscherpingen in de Wwft hebben gevolgen voor financiële ondernemingen. Zo is het verplicht om een beoordeling van risico’s op witwassen en financieren van terrorisme op te stellen (artikel 2b Wwft). Ook op het gebied van cliëntenonderzoek zijn er veranderingen. Een vereenvoudigd cliëntenonderzoek volstaat alleen nadat een laag risico is vastgesteld (artikel 6, eerste lid Wwft). Verder is de definitie van de ultimate beneficial owners (UBO’s) aangepast (artikel 1 Wwft juncto artikel 3 Uitvoeringsbesluit Wwft 2018) en wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen binnenlandse en buitenlandse politically-exposed persons (PEP’s) (artikel 1 Wwft juncto artikel 2 Uitvoeringsbesluit Wwft 2018). Tot slot is de inrichting van een compliance- en auditfunctie verplicht, wanneer dit evenredig is aan de aard en omvang van de onderneming (artikel 2d, tweede en vierde lid Wwft).
Voor wat betreft eventuele uitbesteding van het cliëntenonderzoek geldt het volgende :
De onderneming mag het cliëntenonderzoek op grond van artikel 10 Wwft aan een derde uitbesteden. De onderneming blijft echter zelf verantwoordelijk voor een juiste uitvoering van de Wwft. Een onderneming kan het cliëntenonderzoek laten verrichten door een derde, onverminderd de verplichting van de onderneming te voldoen aan het cliëntenonderzoek. De identificatie, verificatie, het nagaan van de uiteindelijk belanghebbende en het vaststellen van het doel en beoogde aard van de zakelijke relatie kan worden uitbesteed. Een opdracht tot uitbesteding met een structureel karakter moet door de onderneming schriftelijk worden vastgelegd. Het opstellen van het risicoprofiel en de voortdurende controle kan niet worden uitbesteed. 



Plaats uw reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *