Pensioenfondsen zijn niet nodig: opheffen dus en er valt 1300 miljard euro vrij in Nederland!

07 november 2018
Kennisbank

Anton Jongbloed
De discussies over de pensioenuitkeringen zijn in alle hevigheid losgebarsten. Tegelijkertijd blijkt dat sommige deelnemers aan de discussies niet weten hoe het stelsel werkt. Zo hoorde ik op BNR een deskundige uitleggen dat het FNV voorstander zou zijn van een lagere rekenrente, terwijl het FNV juist voorstander is van een hogere rekenrente. Aan de hand van een paar simpele voorbeelden zal ik duidelijk maken wat de invloed van de rekenrente is. Pensioenfondsen zijn in Nederland echt niet meer nodig. Zoals de omringende landen laten zien kunnen pensioenen ook heel goed worden betaald uit de algemene middelen. Daarom moeten ze zo snel mogelijk worden opgeheven. Op dit moment is er namelijk sprake van een knotsgek beleid en ik maak dat hieronder duidelijk voor wie de moeite neemt zich daar een beetje in te verdiepen.

Stel een pensioenfonds met 1 deelnemer, Jan de Vries, met een levensverwachting van 20 jaar en een toegezegde uitkering van 13.200 euro per jaar. (1.100 euro per maand). Als het pensioenfonds uitgaat van 0% rendement moet het pensioenfonds een reserve voor Jan de Vries aanhouden van 20 maal 13.200 euro = 264.000 euro. Pensioenfondsen beleggen echter het geld en ontvangen rendement. Lange tijd is uitgegaan van 4 % rendement. In dat geval kan het pensionfonds volstaan met een reserve van 180.000 euro.
Pensioenfondsen hebben over de afgelopen 15 jaar een rendement behaald van gemiddeld 7% en hielden dus over. Dit overschot kon worden gebruikt voor extra pensioenuitkering (indexering), premiekorting of om beleggingsblunders mee te verbloemen. In het eerste geval profiteerden de gepensioneerden en bij een premiekorting de werkenden of de werkgevers.
Waar dat toe leidt geeft onderstaand staatje weer.
002
Indien pensioenfondsen op dezelfde goede manier zouden beleggen als de afgelopen 20 jaar zou er ruimte zijn voor 23% hogere pensioenen. Neen zegt De Nederlandsche Bank (DNB), onze berekening leidt tot een tekort van 44.567 euro, dus pensioenfondsen moeten de uitkeringen verlagen met 14% en voegt DNB er aan toe, in de toekomst zal de rekenrente nog verder omlaag gaan, dus pensioenfondsen moeten de pensioenuitkeringen nog verder verlagen of de premies verhogen. Jan de Vries moet dus – geheel onnodig – rekening houden met een 30 tot 40% lager pensioen.
Rekenrentes elders en kapitaalstelsel versus omslagstelsel

In de Verenigde Staten wordt een rekenrente gehanteerd van 7,6%. De Europese Unie schrijft een rekenrente voor van 4,05% en Nederland 2,4%. Indien de uitkeringen aan gepensioneerden worden betaald door de werkenden is er een omslagstelsel. Indien de werkenden sparen voor hun pensioen hebben we een kapitaal dekkingsstelsel. Nederland heeft een gemengd stelsel, wat betreft de AOW is er sprake van een omslagstelsel en voor de overige pensioenen geldt een kapitaaldekkingsstelsel. Nederland hanteert in tegenstelling tot de meeste Europese landen ook voor de publieke sector een kapitaaldekkingsstelsel.
Waar heeft dit toe geleid?
De dekkingsgraad van de pensioenreserves ten opzicht van het nationaal inkomen is in Nederland maar liefst 184%. Binnen de groep van onze tien belangrijkste handelspartners is de situatie volgens de OECD in 2017 als volgt:
001
Het is duidelijk dat Nederland op eenzame hoogte bovenaan staat en dat ook andere pensioenstelsels tot bevredigende uitkomsten kunnen leiden. De landen met de laagste pensioenreserve ten opzichte van het nationaal inkomen zijn Duitsland, Zweden en Frankrijk. In deze landen kruipen de gepensioneerden niet van de honger over straat.
Hoge risico’s van het huidige beleid
Via zijn pensioenfondsen heeft Nederland idioot veel gespaard. Van alle besparingen in de EU komt 70% voor rekening van Nederland. De pensioenfondsen beleggen maar 14% van het spaargeld in Nederland en de rest daarbuiten. Van het totaal wordt 57% zelfs buiten Europa belegd, waarvan het merendeel weer in de Verenigde Staten. Als het buitenland onze pensioen beleggingen bevriest, kunnen we naar de pensioenen fluiten. Onwaarschijnlijk? Dat dachten we ook van Trump toen hij nog als presidentskandidaat door het leven ging. Het is in ieder geval geen prudent beleid om meer dan 85% in het buitenland te beleggen. Persoonlijk ben ik voor mijn pensioen liever afhankelijk van de Nederlandse staat onder controle van het gekozen parlement dan van een pensioenfonds waar ik geen enkele controle over heb.
Niet alleen voor gepensioneerden, ook voor jonge mensen zijn de gevolgen desastreus. Door de hoge afgedwongen besparingen zijn de besteedbare inkomens in Nederland laag. Onder invloed van DNB is de hoogte van de hypotheek gemaximeerd. Toen de verzekeringsmaatschappijen nog niet het toezicht van DNB vielen was er een uitweg via een tophypotheek van een levensverzekeringsmaatschappij. Die route is afgesloten. In veel buitenlanden, bijvoorbeeld in Duitsland, financieren ouderen de jongeren. Dat kan in Nederland niet want 86% van het spaargeld zit vast in pensioenfondsen en in het buitenland.
Wat gebeurt er als de pensioenfondsen worden opgeheven?
Als de pensioenfondsen worden opgeheven valt er ruim 1.300 miljard euro vrij. Daarvan zou als eerste de staatsschuld van ruim 400 miljard euro moeten worden afgelost. Als gevolg daarvan dalen de financieringslasten van de staat, terwijl de staat daartegenover een jaarlijkse pensioenverplichting krijgt. De rente en aflossing op de staatsschuld is ongeveer 70 euro miljard, terwijl de pensioenuitkeringen ongeveer 30 miljard euro bedragen. Per saldo blijft er dus een bedrag van 40 miljard euro over, die kan worden gebruikt voor een halvering van de loon- en inkomstenbelasting, waardoor het besteedbaar inkomen toeneemt. Na de aflossing van de staatsschuld blijft er nog 900 miljard euro over. Laten we daar in de eerste plaats de studieschulden mee aflossen. Dat is ongeveer 20 miljard. Dat creëert weer leenruimte zodat starters op de woningmarkt makkelijker aan een hypotheek komen.
Voor het overige zou ik er voorstander van zijn dit enorme bedrag terug te geven aan de mensen die het bijeen hebben gespaard, met de verplichting om daaruit aflossingsvrije hypotheken af te lossen. Dat verlaagt hun rente-uitgaven en verhoogt daarmee hun besteedbaar inkomen.
Dat is pas prudent beleid.
De auteur, drs. Anton Jongbloed RA, is adviseur met een helikopterview die organisaties helpt complexe zaken inzichtelijk te maken en praktisch op te lossen.

  • Roel

    Voorwaarde is natuurlijk wel dat Den Haag niet opnieuw een staatsschuld creëert.

  • A.de Jong

    Buitengewoon verhelderend en verdedigbaar. In de praktijk jammer genoeg nagenoeg onuitvoerbaar als dit niet wettelijk wordt bepaald en ik voorzie geen meerderheid van stemmen voor een dergelijk voorstel. Er zijn teveel individuele belangen en een grote mate van conservatief denken die deze oplossing utopisch maakt (maar wellicht heb ik het fout). Ik ben ook niet gerust op de discipline van de overheid om de vrijgekomen gelden daadwerkelijk op de voorgestelde manier in te zetten. Daarnaast zou ik een voorstander zijn om een deel van het geld te besteden aan infrastructuur (werkgelegenheid) en een versnelde ontwikkeling van alternatieve energie en natuurbehoud. Dat is naar mijn mening een investering die sterk inspeelt op het gedachtegoed van een goede oudedagsvoorziening die verder reikt dan welvaart. Welzijn is zeker zo belangrijk en dat laten we dan ook na aan de volgende generaties.

    • Anton Jongbloed

      Hetgeen u zegt onderschrijf ik volledig. De veranderingen waar we de komende 75 jaar voor staan zullen vele malen groter zijn dan de afgelopen 75 jaar. De aanstaande periode is vergelijkbaar met de periode van wederopbouw na de de tweede wereldoorlog. Ons land moet worden klaargemaakt voor de gevolgen van de klimaatverandering. Hiervoor en voor de energie transitie moet het hele land op de schop.

  • Fantasia

    Creatieve ideeën zijn altijd welkom, maar dit idee veronderstelt dat er geen collectief pensioen is met risicodeling en dat je 20 jaar voor je pensioendatum het hele bedrag nominaal al hebt gespaard en niets meer doet met de rendementen in de jaren na de pensioenleeftijd. Meneer Jongbloed schetst dus een onjuist en zelfs misleidend beeld en doet zonder enige onderbouwing veronderstellingen.
    De werkelijkheid is dat op de eerste dag van de pensionering een lager bedrag wordt aangehouden omdat het ook de jaren daarna nog rendeert. Ik weet niet welk cijfer meneer Jongbloed tijdens zijn opleiding tot RA had voor levensverzekeringswiskunde, maar dit voorspelt niet veel goeds, zou me schamen. Ik adviseer meneer Jongbloed iemand met meer verstand hiervan zijn voorbeeld te laten doorrekenen. Ik vrees alleen dat zijn betoog dan niet meer onderbouwd kan worden en dan gaat de lol van een beetje opschudden er snel af.
    Kortom: erg creatief, maar dit verhaalt past in de categorie “doelredenatie” en lijkt meer gericht op een sappig verhaal en zichzelf profileren dan oprechte intentie iets beter te maken.

    • paul duinkerken

      zou de anonieme Fantasia willen uitleggen wat er bedoeld wordt met “De werkelijkheid is dat op de eerste dag van de pensionering een lager bedrag wordt aangehouden omdat het ook de jaren daarna nog rendeert.”? En waarom er een lagere rekenrente nodig is om te komen tot het “lager bedrag”?

    • Anton Jongbloed

      Ik was tijdens mijn studietijd student-assistent voor het vak financiële rekenkunde, waaronder levensverzekeringswiskunde. Later heb ik als repetitor voor dit vak veel accountancy studenten op weg mogen helpen. Een versimpelde uitleg bleek vaak dienstig bij het kweken van begrip.
      Het onbegrip werd meestal veroorzaakt door gebrek aan begrijpend lezen.
      Als u uw contactgegevens aan mij bekend maakt zal ik het u graag nog een keer uitleggen.

  • Fantasia

    Er is niets mis met een versimpelde weergave, maar dat legt de heer Jongbloed niet uit in zijn verhaal.
    Feit blijft echter dat deze versimpelde uitkomsten misleidend zijn en daarmee niet geschikt de conclusies te rechtvaardigen die Jongbloed trekt.
    Kortom, de crux zit hier niet in begrijpend lezen maar de feiten juist opschrijven. En dan helpt het niet te proberen overtuigen met studentenactiviteiten ipv inhoud. Dan bevestig je alleen de vooroordelen dat professoren soms te ver van de werkelijkheid staan om de praktijk te kunnen uitleggen aan andere mensen.
    Dus niet te komen met smoesjes als je aangesproken wordt op onjuiste feiten. Deze smoes van “vereenvoudige weergave” is bovendien een belediging voor alle lezers, alsof die te dom zijn de echte feiten te begrijpen.
    Ga je schamen.

  • Nicoline Maarschalk Meijer

    Misschien wil de heer Jongbloed mij ook de ogen openen met de versie financiële rekenkunde voor mensen die wel in staat zijn tot begrijpend lezen? Graag op maarschalk51@outlook.com. Ben benieuwd.

Plaats uw reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *