HET SOCIAAL DOMEIN VRAAGT OM MEERVOUDIGE STURING

07 februari 2019

Jan-Paul Woudstra

Volgende week woensdag, op 13 februari zal ik als spreker op het RiskCongres Lokaal Bestuur  in het Provinciehuis Utrecht twee verschillende aspecten belichten. De eerste is de decentralisatie in het sociaal domein als opgave, bezien vanuit de positie van gemeentesecretaris. Welke duiding geef je aan zo’n opgave en welke rollen pak je daarin? Vanuit één van de rollen zoom ik vervolgens in op een aantal dilemma’s in de regio Haaglanden, met name op het gebied van inkoop van Jeugdzorg. Ik zal beginnen met een kort betoog over overheidssturing. We leven in een tijd waarin iedereen het heeft over de samenwerkende overheid die responsief omgaat met initiatieven uit de samenleving. In deze tijdgeest van ‘in verbinding zijn’ geven gemeenten invulling aan de decentralisaties in het sociaal domein. Zo ook in Haaglanden. 

Tot pakweg een jaar geleden heerste er in de regio een optimistisch vooruitgangsgeloof. Het was weliswaar behoorlijk weerbarstig, maar er was wel een collectief besef dat we op de goede weg zaten. Door alleen al een kostenstijging van 15% in de jeugdzorg in het laatste jaar zit de schrik er goed in. De onzekerheid is toegeslagen en iedere bestuurder en ambtenaar is op zoek naar het juiste verhaal om dit uit te leggen. En ook wordt steeds meer de vraag gesteld of we nog op de goede weg zijn en welke manier we de risico’s kunnen terugdringen. Kortom, het financiële debat is dominant geworden in de jeugdzorg. Dat is zo ongeveer de huidige situatie in Haaglanden. Ik ga proberen uit te leggen dat die kostenstijgingen misschien minder vreemd zijn dan je in eerste instantie zou denken.

De vraag naar sturing in het sociaal domein klinkt steeds luider. Daarom een kort betoog over de wijze waarop gemeenten sturen, bij wijze van analysekader. Daarbij maak ik gebruik van een denkmodel van Martijn van der Steen, bijzonder hoogleraar aan de Erasmus Universiteit.

Decentralisatie

Aan de decentralisatie in het sociaal domein liggen zowel inhoudelijke als financiële doelstellingen ten grondslag. Meer kwaliteit en maatwerk voor minder geld. Inhoudelijk maak ik mij niet zoveel zorgen. Continuïteit van zorg is geen issue geweest in Haaglanden, ook zijn er geen grote organisaties omgevallen, er zijn voorbeelden van geslaagde innovatie, we zien de meerwaarde van multi-disciplinaire lokale teams, er is meer aandacht voor preventie, budgetten worden ingezet en geven speelruimte voor maatwerk, daar zit niet het probleem. De decentralisatie in het sociaal domein is ook vrij gemakkelijk opgenomen in een bredere strategie van gemeenten om te transformeren naar een responsieve en netwerkende overheid.

Het grote dilemma nu zit in andere zaken. Om effectief te kunnen sturen is inzicht nodig in het functioneren van de sector jeugdzorg. Niet alleen op inhoud, maar ook in andere mechanismen die in deze sector werkzaam zijn. Dat inzicht komt met kleine stapjes. Gedreven door onder meer kostenoverschrijdingen grijpt de Haagse regio terug op middelen als onderzoek naar opbouw van tarieven, analyse van declaratiegedrag van aanbieders, prestatiesturing en resultaatbekostiging. Door schade en schande zijn we in Haaglanden tot het inzicht gekomen dat meervoudige sturing noodzakelijk is om langzaam de koers te verleggen naar een kwalitatief goede én betaalbare jeugdzorg.

De auteur, Jan-Paul Woudstra, is gemeentesecretaris van Pijnacker-Nootdorp en bestuurslid van PRIMO Nederland.

Plaats uw reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *