Een fijnmazig systeem van cliëntelisme is ontstaan tussen politieke partijen, instellingen en kiezers

11 februari 2019

Bea Moed

In het regeerakkoord staat dat er meer ruimte gegeven moet worden voor burgerinitiatieven. Het  Right to Challenge, het recht om uit te dagen, geeft burgers de mogelijkheid om diensten van de overheid over te nemen. In de beleidsstukken is er niemand die eraan twijfelt dat de kanteling van overheid naar burgers de juiste koers is om te gaan. Intussen stikt het in Nederland van de burgerinitiatieven, die allemaal hun eigen plek proberen te verwerven in een domein dat ingericht is door de overheid en welzijnsinstellingen. Vaak wordt er over het sociaal domein gesproken alsof het een soort exacte wetenschap is, maar in werkelijkheid is het sociaal domein een schimmig terrein dat gekleurd is door idealen en overtuigingen. Een fijnmazig systeem van cliëntelisme is ontstaan tussen politieke partijen, instellingen en kiezers.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat de werkelijkheid van burgeremancipatie zo veel weerbarstig is. En dat terwijl burgerinitiatieven in veel gevallen nog als een leuke aanvulling worden gezien, terwijl ze het hart zouden moeten zijn. De nieuwe balans tussen overheid en burgers lijkt moeilijk te kunnen worden gevonden. En dat hart zouden ze met gemak kunnen zijn als ze niet voortdurend bekneld zouden worden door criteria en processen die nauwelijks iets met de leefwereld te maken hebben. En de kracht van burgerinitiatieven is nu juist dat ze horen bij de leefwereld. Daarom zijn ze juist zo aansprekend en veerkrachtig.

Ik verwonder mij er steeds weer over dat een domein dat over burgers gaat nauwelijks ruimte geeft aan burgers om zelf problemen op te lossen. En dat wat de regel zou moeten zijn (en ooit was), namelijk zelforganisatie, nog steeds als experimenteel en riskant wordt gezien.

Wederkerigheid is de kern van onze samenleving

Dat burgerinitiatieven voortdurend draagvlak moeten aantonen. Dat actieve burgers moeten bewijzen dat ze capabel genoeg zijn om te doen wat eeuwenlang door burgers zelf is georganiseerd. En dat ze gedwongen worden hun meerwaarde te definiëren en te verantwoorden in termen van overheid en instellingen. Terwijl we het juist anders willen. Willen we echt ‘kantelen’ dan is het niet genoeg om te zeggen dat we de burger meer ruimte willen geven. Dan is de eerste stap om het hele sociaal domein te opnieuw te definiëren of misschien zelfs wel helemaal niet meer te definiëren.

Willen burgerinitiatieven hun kracht houden dan moeten ze juist hun eigen identiteit bewaren. Want juist die identiteit zit hun bestaansrecht. Hun identiteit is namelijk niet gebaseerd op cliëntelisme, maar op wederkerigheid. En die wederkerigheid is de kern van onze samenleving. Ze moeten zich dus niet gaan organiseren op een manier waardoor hun initiatief ‘professionaliseert’, maar juist op een manier is die die wederkerigheid en identiteit versterkt en verankert.

De auteur, Bea Moed, is nu als zelfstandig ondernemer werkzaam in het Sociaal Domein.

Bea Moed is een van de experts bij het RiskCongres Lokaal Bestuur op 13 februari aanstaande in het Provinciehuis Utrecht.

Plaats uw reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *