Chris van Dam: "Er is nauwelijks sprake van adequaat toezicht"

09 april 2018

Het Tweede Kamerlid voor het CDA, Chris van Dam neemt deel aan de Dag van de Fraudeonderzoeker op 26 april 2018. Hij zal daarbij zijn visie geven op de volgende stelling: “Hebben we het toezicht op rechtspersonen te veel uit onze handen laten glippen?” Van Dam is een ex-politieman en heeft daarna bijna twintig jaar als Officier van Justitie gewerkt. Hieronder een samenvatting van het interview dat hij onlangs had met de organisator van de Dag van de Fraudeonderzoeker, het IFFC. 
Over zijn intrede als politicus laat Van Dam zich als volgt uit: “Ik vond dat er bepaalde zaken op het terrein van de politie en justitie niet goed gingen. Het strafrecht is niet alleen een instrument in handen van de overheid, maar ook een waarborg richting burgers. De centralisatie van de politie, en daarmee het ontstaan van de Nationale Politie, was noodzakelijk maar heeft de organisatie niet in alle in opzichten goed. Een voorbeeld daarvan is het contact met burgers; dat is flink verminderd door het centraliseren van de politieorganisatie. Daarnaast ben ik van mening dat er te weinig aandacht uitgaat naar financieel-economische criminaliteit. Kortom, naar aanleiding van mijn ervaringen uit de praktijk van de politie en het OM wil ik nu vanuit de politiek aandacht vragen voor en een bijdrage leveren aan het begrijpen en bestrijden van (financieel-economische) criminaliteit in de maatschappij.”
Hoe staat het met de bestrijding van de financieel-economische criminaliteit in Nederland?
Chris van Dam: “Ik vind de huidige aanpak op dit moment te weinig gecoördineerd. Er bestaan prima initiatieven, maar ik heb het idee dat iedereen voor zichzelf bezig is. En het is dweilen met de kraan open. Er is nauwelijks sprake van adequaat toezicht en qua preventie is er ook nog veel te doen. Tijdens mijn werkzaamheden als lid van de parlementaire ondervragingscommissie naar fiscale constructies (de ‘Panama-commissie’) heb ik gezien hoe weinig effectief toezicht er is op opgerichte rechtspersonen. Dat moet echt beter.”
En nu, wat zijn de volgende stappen?
Chris van Dam: “Ik heb zelf in de periode waarin ik werkzaam was voor de politie een Bureau Financiële Ondersteuning (BFO) opgericht. Deze bureaus zijn nu allemaal opgegaan in de financieel economische politie. Als Officier van Justitie heb ik ervaren dat een groot deel van de criminelen niet bang is voor een gevangenisstraf, maar dat wel is voor de bedelstaf. De gemiddelde straf voor een fraudeur staat niet in verhouding tot de schade en het leed wat hij of zij heeft aangericht. Traditioneel gezien focust de overheid zich meer op misdaden als moord, doodslag, inbraak en diefstal. Het is in die gevallen namelijk duidelijker zichtbaar dat er sprake is van een misdrijf. Fraude opsporen heeft minder prioriteit, omdat deze vorm minder evident is in de zichtbare wereld. De politiek faciliteert deze vorm van criminaliteit in sommige gevallen onbewust door wetgeving te ingewikkeld te maken. Bijvoorbeeld uitzondering op uitzondering. Kan politiek handig zijn, maar is een ramp voor de uitvoering en daarmee een bron voor fraude. Daarom is advisering in het wetgevingsproces door het Openbaar Ministerie, de politie, FIOD en andere fraude bestrijders van groot belang. Hier is nog veel te winnen.”
U bent één van de sprekers op 26 april aanstaande in de Fokker Terminal in Den Haag. Wat verwacht u daar?
Chris van Dam: “Ik hoop door mijn aanwezigheid uit te stralen dat ik het onderwerp van de dag belangrijk vind. Daarnaast hoop ik dat ik een lastige dag zal krijgen; ik hoop veel kritische vragen en suggesties te ontvangen van de aanwezigen, waardoor ik met een rugzak vol ideeën en urgentie naar huis ga.”
Meer informatie over het uitgebreide programma en om in te schrijven gaat u naar www.dagvandefraudeonderzoeker.nl  

Plaats uw reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *