De oversteek

Jeroen Siebelink
Verschijningsatum:juni 2018 (verwacht)
Taal:Nederlands
Pages:336
ISBN:9789400407954
Publisher:Thomas Rap

Op de Atlantische Oceaan en zo’n duizend kilometer van de Amerikaanse kust, vlak bij de plek waar ooit de Titanic verging, dobbert een zeiljacht rond. De grote oversteek naar Nederland is niet helemaal verlopen als gepland. De bemanning had een sportieve vakantie in gedachten, maar het is een strafkamp geworden. Zes man op een roerloos bootje van dertieneneenhalve meter. Met sommige bemanningsleden valt al dagen geen gesprek meer te voeren, andere liggen levenloos gestapeld in hun kooien. Een drijvend mortuarium. Terwijl ze wachten op het moment dat het roer eronderuit valt, het schip vol water loopt en ze naar de diepte zinken, vragen ze zich af hoe het zover kon komen. Een waargebeurd verhaal over hoe mensen omgaan met een onvoorziene, ontwrichtende situatie. De een bevriest, de ander vecht, maar als het er werkelijk om gaat, moeten ze allemaal constateren dat ze niet de persoon waren die ze dachten te zijn.


Jeroen Siebelink

Jeroen Siebelink voetbalde bij amateurclubs uit alle windstreken. Van zijn zevende tot zijn veertiende was hij bij Blauw-Geel ’55 in Ede een gedreven maar wisselvallige speler. Trainers schoven hem van links naar rechts door de voorste linies. Stond hij op het middenveld, voelde hij de onweerstaanbare drang naar voren, liet soms zijn mannetje lopen. Voor een astmapatiënt maakte hij wel veel meters en pikte hij zo zijn goaltjes mee. Met de C1 werd hij in 1982 kampioen. Toen hij overging naar de B2 dacht hij dat hij niet meer tot de selectie behoorde. Niemand die hem vertelde dat hij gewoon nog te jong was voor de B1. Jeroen stopte met voetbal. Geen mentaliteit? Of had het te maken met de film ‘Man en vrouw in oktoberlicht op het voetbalveld?‘ Die werd destijds opgenomen op de velden van Blauw-Geel.
Het scenario was gebaseerd op een kort verhaal van zijn vader. Daarin wordt een zwaar astmatische E1-speler hijgend het veld afgedragen. Hij heeft blauwe kringen onder zijn ogen en een krijtwit gezicht. De coach neemt de jongen de aanvoerdersband af. Zijn moeder, die langs de lijn staat te flirten met de vader van een andere speler, zag niet dat hij vlak daarvoor bijna scoorde na een lange rush over het veld. Ze ergert zich aan het ziekelijke joch. Zijn vader zit op dat moment thuis, op zijn studeerkamer. Hij komt nooit naar het voetbal kijken.
De droevige rol van de jongen was tot daaraan toe. Toen de filmploeg zich aandiende, dacht Jeroen (14) hem te kunnen spelen. Nee, dat mocht het zoontje van de regisseur doen. Mocht zijn eigen B2 dan figureren in de voetbalscènes? Nee, besloot het bestuur van Blauw-Geel, dat doet de B1 natuurlijk. Ach wat, dacht Jeroen. Straks wordt de film op tv vertoond en dan kan iedereen zien hoe de jongen, ondanks zijn ernstige ziekte, die fantastische loopactie maakt. De regisseur dacht daar anders over. Hij laat de tegenstander zijn zoontje met een keiharde tackle vloeren. Daarna mist de jongen, zwaar hijgend, de strafschop.
Na dolende jaren bij een hockeyclub – destijds waren daar leukere meisjes dan bij voetbal – en bij atletiek- en fitnessclubs hervond hij zijn liefde in zijn studententijd. Met vrienden vormde hij VOC 13, dat glorieus kampioen werd in de vierde klasse. In de beslissende wedstrijd tegen SV Ommoord 9 gaf Jeroen (24) een assist en scoorde daarna zelf de 2-0. Hij speelt nu al weer zeven jaar bij WV-HEDW in Amsterdam. Jeroen is journalist en schrijver van beroep.